Aanduiding van seinpalen
Seinen worden genummerd om ze van elkaar te onderscheiden. Bij conventionele seinen gebruikte men hiervoor letters.
Bij lichtseinstelsel 1946 worden nummers gebruikt, waarbij het volgende geldt:
● lichtseinen genummerd 500 en hoger zijn automatische seinen
(sedert 1956 zijn deze seinen vaak voorzien van een bordje met een P erop)
● lichtseinen genummerd lager dan 50 zijn bediende seinen
● lichtseinen met een zwart nummerbord en gele cijfers gelden voor trein- en rangeerbewegingen
● lichtseinen met een wit nummerbord en zwarte cijfers gelden alleen voor treinbewegingen
Bij stations en langs de vrije baan worden voor de seinen meestal even nummers en voor wissels oneven nummers gebruikt.