Tweeplank en drieplanks baak
Verkorte remweg
1. |
Een normale tweeplanksbaak bij een inrijsein voor Maastricht Maastricht, augustus 1981 |
2. |
Als er niet voldoende ruimte tussen de sporen is, dan wordt de baak in lage uitvoering aangebracht. Op deze manier ontstaat er geen conflict met het vrije ruimteprofiel. Deze baak geldt voor het linkse spoor en het linkse voorsein op de seinbrug. Groningen, aug. 1979 |
3. |
Nogmaals dezelfde locatie, maar nu vanuit een andere positie. Als er voldoende ruimte tussen de sporen is, dan wordt de normale (hoge) baak geplaatst. Bij minder ruimte zou zo'n baak binnen het vrije ruimteprofiel komen, het plaatsen van een lage baak ligt dan voor de hand. Groningen, aug. 1979 |
4. |
Een van de beide delen van de tweeplanksbaak in lage uitvoering. Groningen, aug. 1979 |
5. |
Vanwege ruimtegebrek ook hier een tweeplanksbaak in lage uitvoering. Deze baak geldt niet voor het hoofdsein, maar voor het middelste spoor met het links in beeld staande voorsein. De baanvaksnelheid voor personentreinen op dit spoor is 90 km/h, voor goederentreinen 70 km/h. Op de achtergrond zien we een normale drieplanksbaak voor het inrijvoorsein vanuit Groningen op het inrijspoor vanuit Hoogezand. Groningen, aug. 1979 |
6. |
In de Staatsspoorperiode waren de tweeplanksbaken veel horizontaler geplaatst. Foto H.G.Hesselink, collectie Gerard van de Weerd. |
7. |
Normale uitvoering van een drieplanksbaak bij Vorden. Deze baak attendeert de machinist op het naderen van een sein met een voorseinarm. |
8. |
Lage drieplanksbaak. Vanwege het vrije ruimteprofiel voldoet een normale drieplanksbaak hier niet. Deze baak geldt voor het middelste spoor. De beide seinen staan al op veilig, de machinist dient af te remmen tot 70 km/h. Groningen, 1982 |
9. |
Tweeplankszigzagbaak in normale uitvoering. De keper bevindt zich altijd aan de achterzijde van de tweede plank. Lichtenvoorde, aug. 1979 |
10. |
Tweeplankszigzagbaak in lage uitvoering. De keper bevindt zich bij de lage uitvoering altijd aan de voorzijde van de tweede plank. Maastricht, aug. 1981 |
11. |
Drieplankszigzagbaak. Deze staat op verkorte remwegafstand voor een hoofdsein, welke ook een voorsein heeft. Akkrum, aug. 1982 |
12. |
Drieplanksbaak in nieuwe uitvoering op 160 m voor het voorsein. Zuidbroek, aug.1984 |
Inrij beveiliging |
seinhandel inrijsein A |
seinhandel uitrijsein B |
tweeplanksbaak met voorsein |
drieplansbaak met gecombineerd hoofd/voorsein | |
Als een trein in het station kan worden binnengelaten en hoorde te stoppen langs het perron, dan wordt sein A samen met voorsein Av op veilig gesteld. Wanneer het een doorrijdende trein betreft, dan wordt behalve sein A ook sein B op veilig gesteld. Voorseinarm Bv onder de seinarm A kan pas de veilige stand aannemen, als èn armsein A èn armsein B op veilig gesteld zijn. Elk armsein krijgt een lettercodering. Het inrijhoofdsein heet hier A, het bijbehorende voorsein Av, het uitrijsein B met het voorsein Bv. Rangeerseinen krijgen meestal de letters P en hoger.
|
|
|
|
gecombineerd hoofd/voorsein |
seinhandel voorsein |
seinhandel hoofdsein |
Combinatie hoofdsein en voorsein
In een blok, een vast begrensd gedeelte van een spoorbaan mag zich nooit meer dan één trein bevinden. De toegang naar zo'n blok wordt beveiligd dor een blokseinpaal. Deze seinpaal komt alleen op veilig als het blok achter deze seinpaal niet bezet is. De lengte van zo'n blok is afhankelijk van de treinfrequentie. Bij weining treinen per dag kan zo'n blok 20 km of meer lang zijn. Maar bij een drukke treindienst kan die bloklengte beperkt worden tot hooguit 1 km lengte. Bij blokken van minder dan een kilometer lengte word het voorsein van het volgende blok onder het hoofdsein van dit blok aangebracht. Dat betekent dat in principe vier seinstanden weergegeven kunnen worden. Maar één van de vier is strijdig, namelijk de combinatie hoofdsein onveilig - voorsein veilig. Dit geeft zeker bij duisternis misleiding, namelijk het branden van een rood licht met een een groen licht. Wanneer het rode licht gedoofd is, denkt de machinist dat de weg voor hem helemaal vrij is ....!! Vandaar dat wanneer het hoofdsein op veilig staat, dat dan pas het voorsein eventueel bediend kan worden. |
|