Velp, situatie 1965 Station Velp is in gebruik genomen in 1905 als onderdeel van de Staatspoorbaan tussen Arnhem en Leeuwarden. Destijds was de lijn uitgevoerd in enkelspoor, ergens in de jaren '20 gewijzigd tot dubbelspoor. Het station had twee bedienposten, een in het station zelf en bij de Gasthuislaan post I. Doordat de spoorlijn de plaats Velp als het ware in tweeën sneed, waren er talrijke overwegen. Wegpost 1b bediende de overwegen van de Nordlaan, Gravin Adalaan en Alexanderstraat. Wegpost 1c bediende de Emmalaan en de Molenweg. Vanuit het station werd de Stationsstraat bediend. En post T verzorgde de bediening van de overwegen Gasthuislaan en Biljoenweg. De treinen voor de wegposten 1b en 1c werden aangekondigd met een wekkersein, en als de trein op 500 m afstand van een wegpost was gekomen ging er ook nog eens een belletje rinkelen. De bomen moesten dan ook echt allemaal gesloten zijn.
Tussen de twee sporen was een opstelspoor en in de jaren '60 werd dat spoor veel gebruikt door olietreinen, die moeten wachten om gepasseerd te worden door personentreinen. Als zo'n olietrein er stond (met meestal een loc serie 1300 ervoor) dan bleef de overweg bij de Biljoenseweg vaak ruim een uur gesloten omdat de ketelwagens de gehele overweg bezetten. Het losspoor bij het station werd aan de linkerkant gebruikt door een kolenhandelaar, aan de rechterkant door het pluimveebedrijf Koens voor de export van kippen. Aan de Arnhemse zijde bevonden zich sinds 1965 L- en H-seinen. Sein 708P lag op een sterke helling vlak bij de kruising van de sporen bij Zevenaar / Arnhem-Velperpoort. Om verkeer uit Zevenaar af te wikkelen stond dit sein vaak op rood. Zware goederentreinen die problemen hadden met optrekken vanaf een helling moesten stoppen bij het H-sein, wat nog in het vlakke gebied lag.
|