VERTAKKINGSSEINEN IV
vertakkingsseinen op seinbruggen
©2005 Gerard van de Weerd |
seinhandel
hoofdsein |
seinhandel
hoofdsein |
seinhandel
links |
seinhandel
midden |
seinhandel
rechts |
NACHTBEELD |
|
|
|
seinen op seinbrug
(voorseinen niet op deze seinbrug) |
|
Als meerdere inrijseinpalen naast elkaar moeten worden weergegeven, worden ze meestal
op een seinbrug geplaatst. Deze seinbruggen zijn altijd opgebouwd uit een vakwerkconstructie.
In de loop der tijden, zowel bij de HSM, de SS en bij de NS zijn diverse constructies
ontstaan, doch de hier afgebeelde seinbrug betreft de meest gebruikte uitvoering.
Het plaatsen van seinen op een seinbrug heeft als voordeel dat de seinpalen beter
boven het desbetreffende spoor geplaatst kunnen worden. Midden op emplacementen is
dit niet altijd goed mogelijk. Met zo'n brug omzeilde men de problemen welke kleefden
aan plaatsen van seinpalen op de grond. Tussen de sporen dient namelijk voldoende
ruimte te zijn om gewone seinpalen op te stellen, zonder binnen het vrije ruimteprofiel
van de treinen te komen.
Om duidelijk aan te geven dat een aantal seinen onderdeel vormen van een vertakkingsseinbeeld,
plaatste men er een soort metalen wit geschilderde 'accolade' onder. In het donker
hoorde de machinist 'zijn' vertakkingsseinbeeld eruit halen vanwege de hoogteplaatsing
van de lichten en uiteraard was het een voorschrift dat hij goed op de hoogte was
van alle seinbeelden op de treinroutes die hij berijden moest.
Ook op seinbruggen werkt men met hoogteverschillen om aan te geven welke seinen voor
hoofd- en voor zijsporen gelden.
De meest toegepaste seinbruggen waren 'symmetrisch' van opbouw. De hieronder aangeduide
seinbrug geeft een asymmetrische variant weer. De linker aanbouw werd toegepast als
men een extra sein wilde plaatsen, waarbij tussen de sporen niet voldoende ruimte
beschikbaar was voor de brugvoet.
rangeer
handel |
seinhandel
hoofdsein |
seinhandel
links |
seinhandel
midden |
seinhandel
rechts |
NACHTBEELD |
|
|
|
seinen op seinbrug (voorseinen niet op deze seinbrug) |
|
Zeker in de stoomperiode lieten de seinbruggen niets aan duidelijkheid over. Maar
de kentering begon met de opkomst van de elektrificatie. Daar het vrije ruimteprofiel
bij elektrische treinen hoger is dan bij stoomlocs, werden alle seinbruggen door middel
van vulblokken onder de voet opgehoogd. Vanwege de vele bovenleidingsportalen werden
de machinisten (of beter gezegd 'wagenvoerders') geconfronteerd met een soort 'tunnelview'.
Dit nam het zicht grotendeels weg op de seinbruggen, welke nu als het ware boven het
gezichtsveld uitkwamen. Bij verdergaande elektrificatie werden de seinbruggen dan
ook steeds vaker vervangen door lichtseinen. En daarmee verdween helaas een stukje
karakteristiek nederlands seinwezen.
1.
|
Seinbrug aan de kant van 's-Hertogenbosch/Sittard met drie uitrij- en drie spoorseinpalen.
De seinpalen zijn rood-wit uitgevoerd, dus de seinen gelden voor zowel trein- als
rangeerbewegingen.
Nijmegen, 1981
|
2.
|
Inrijseincombinatie voor de sporen van Haren en Zuidbroek. De witte accolade op de
seinbrug accentueert de vertakkingscombinatie.
Groningen, augustus 1980
|
3.
|
De grote seinbrug van Maastricht voor de beveiliging vanuit Sittard en Valkenburg.
De beide rechtse seinen leiden naar een doodlopend perronspoor, dat is te zien aan
de waarschuwingslantarens.
Maastricht, 7 augustus 1985
|
4.
|
Nog een seinbrug in Nijmegen aan de Arnhemse kant met uitrij- en spoorseinen. De constructie
van deze SS-seinbrug is licht afwijkend van die van de Nederlandse Spoorwegen.
Nijmegen, 1981
|
5.
|
Een diesel-eentje is vertrokken van het Groningse station en rijdt richting Zuidbroek.
Groningen, augustus 1978
|
6.
|
Seinbrug in Zevenaar met Staatsspoorseinen.
H.G.Hesselink, collectie Gerard van de Weerd
|
|