Gesloten goederenwagen type CHD in MODEL
Last edited November 15, 2017 |
door Gerard van de Weerd |
Sinds 1864 gebruikte de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM of HSM) op
haar lijnen al gesloten goederenwagens. De oudste typen hadden als telegrafische benaming
CHA (CH staat voor gesloten wagen Charette), daarna kwamen iets grotere wagens
met de benaming CHB en omstreeks begin 1900 kwam de CHC. Al deze goederenwagens hadden
een draagvermogen van 10 ton.
CHD's zijn gesloten goederenwagens met een laadvermogen van 12 tot 15 ton en werden
gebouwd tussen 1879 en 1917.
De HSM werkte al sinds 1879 met standaard afmetingen voor personen- en goederenwagens.
Gedurende bijna 40 jaar werden ruim 3000 nagenoeg dezelfde goederenwagens van dit
type CHD aangeschaft, veel meer dan alle andere Nederlandse spoorwegmaatschappijen.
Deze standaard goederenwagen werd in meerdere varianten gebouwd, zowel als gesloten
goederenwagen, maar ook als veewagen. Afgeleide varianten van deze standaard goederenwagen
waren de kaaswagens, gistwagens en graanwagens. Niet alleen de HSM had deze goederenwagens,
ook bij de NFLS reden zij rond.
Tot 1912 werden er ruim 3000 exemplaren van dit standaardtype gebouwd, waarvan ongeveer
2000 zonder remhuisje.
Werkspoor was zo'n beetje de huisleverancier van de HSM, de wagens werden afgeleverd
met gesmede balansijzers en schijfwielen.
Pas na 1909 begon men bij de HSM langere wagens te bouwen.
Meerdere wagens werden afgeleverd met treeplanken over de gehele lengte en voorzien
van een Westingshouse remsysteem. Zij waren uitgerust met speciale aspotten en mochten
hierdoor ook rijden in personentreinen tot een snelheid van 90 km/h. Bij sommigen
goederenwagens werd dit op de zijkant aangegeven door het opschrift " Sneltreinwagen".
De wagens met korte treeplanken mochten alleen in goederentreinen rijden.
Wat werd er in deze wagens vervoerd?
Nou ja, bijna alles wat droog vervoerd moest worden.
Vrachtwagens weren er amper in die periode, dus alles ging per trein. Verhuisspullen,
huisraad, dozen met levensmiddelen, jam, suiker, eieren, zakken meel, glaswerk, bestek,
borden, tabaksartikelen, kleding, draad, gereedschap, industriële produkten (zoals
telefoons, strijkijzers, radio's, gloeilampen), papier en karton, flessen lampolie
enzovoort. In de beginperiode vervoerde men ook kisten met vers fruit in deze wagens,
maar in het begin van de twintigste eeuw nam het vervoer van groente en fruit richting
de groeiende steden enorm toe.
Pas in 1913 schafte de HSM daarvoor speciale "groentewagens" aan. Deze kregen als
typeaanduiding CHR (van fRuit) en waren voorzien
van jalouzieën en ventilatieschuiven.
Bulkartikelen gingen met eigen wagens, bijvoorbeeld kolen in kolenwagens, zand in
zandwagens, vee in veewagens, brievenpost met postrijtuigen en dergelijke.
Constructie
De constructie was bij al deze wagens gelijk; de standaard goederenwagens hadden een
metalen frame en de bak bestond uit metalen U-profielen voor de wanden en hoekprofielen
in de hoeken. Ook het dak bestond uit U-profielen. Aan de profielen werden de houten
planken geschroefd, de middelste vakken kregen ventilatieroosters. Al deze goederenwagens
waren 8,42 m lang met een radstand van 4 m, de uitvoeringen met een remhuis hadden
een lengte van 8,72 m en ook 4 m radstand. De roldeur had een standaardbreedte van
1,80 m.
Zelfs de maatvoering van handgrepen, U-profielen, sluitingen, wielen, aspotten en
dergelijke was door de HSM uitvoerig vastgelegd en de fabrikanten dienden zich hier
strikt aan te houden. Desondanks werden er in de loop der tijd toch kleine en soms
ingrijpende aanpassingen gedaan aan het bestaande ontwerp. Wegens hun gebruiksdoelen
waren er toch wel verschillen in de uitvoering. Dat betrof onder meer de remhuisjes,
het automatisch remwerk, lange of korte treeplanken, stoomleidingen, luchtleidingen
enzovoort.
Voor de stijfheid kregen ze diagonale schoren op zij- en kopwanden. De schoren op
de zijwand waren aan de binnenzijde aangebracht, waarbij de bouten aan de buitenzijde
zichtbaar waren. Verder hadden de wagens open balansen, oude HSM aspotten, hoge sluitseinijzers
en een eenvoudige deursluiting. De wagens met een schroefrem hadden meestal maar een
remblok per wiel.
Werd bij de wagens tot 1912 stijfheid verkregen door de schuine schoren, bij de wagens
na 1912 verkreeg men stijfheid door het toepassen van driehoekige plaatjes in de boven-
en onderhoeken. Tevens werd vanaf die tijd het dak wat boller uitgevoerd, waarbij
de wagens ongeveer 30 cm hoger werden. Ook de constructie van de remhuisjes werd gaandeweg
aangepast. De lengte van deze wagens bleef nog even groot als bij voorgaande
typen.
Na 1913 gebruikte de HSM bij nieuwbouw geen open balansijzers meer, maar geperste
scheenplaten en nieuwere aspotten, de latere NS W1 aspotten. Tot 1917 heeft de HSM
gebruik gemaakt van deze standaard maatvoering, toen pas ging men door nieuwe ontwikkelingen
andere afmetingen en constucties voor goederenwagens gebruiken.
|
|
Bij deze wagen zijn nog vaag de bouten te zien die de schuin lopende schoren op
hun plaats houden. Dit is de HSM uitvoering van omstreeks 1883.
|
Deze variant toont de beremde NS uitvoering met verstevigingsdriehoeken van de wagenbak.
Deze nieuwe bouwwijze paste men pas sinds 1912 toe.
|
In die tijd reden er vaak lange goederentreinen met zo'n 50 CHD-wagens en een bagagewagen
achter een stoomloc. Gemiddeld een op de zes wagens was destijds voorzien van een
remhuisje.
Veelal reden de goederentreinen toendertijd overdag met een slakkengangetje van zo'n
35 km/h, zo druk als tegenwoordig was het destijds nog niet op het spoor.
Wijzigingen
Vanaf 1911 plaatste men een tweede handgreep op de schuifdeuren om het openen vanaf
los- en laadperrons makkelijker te maken.
Na 1912 werd het ontwerp van de wagenbak verzwaard. De sterkte van de bak werd nu
niet meer bepaald door de schoren, maar door driehoekige platen in de hoeken. Ook
maakte men het dak wat boller zodat het laadvolume iets toenam.
Vanaf begin jaren '30 bracht men bij de wagens met korte treeplanken voortaan op alle
hoeken rangeertreden aan. Deze kleine treden waren bedoeld voor de rangeerders.
Bij de andere wagens werden de lange treeplanken afgenomen en ook zij kregen korte
treeplanken in het midden. Vanwege de opstapjes op de hoeken bracht men bij alle wagens
lange verticale handgrepen aan zodat de rangeerders zich daaraan vast konden houden.
In de NS-periode werden vanaf de jaren dertig veel van de oude wagenbakken tijdens
revisies gewijzigd, de diagonale schoren werden afgenomen en driehoekige versterkingsstukken
daarvoor aangebracht. De dakronding bleef ongewijzigd.
Alle wagens hadden tot 1912 open balansijzers. Vanaf 1912 werden alleen nog maar wagens
met geperste dichte balansijzers (scheenplaten) gebouwd. Veel van de wagen met open
balansen werden later bij de NS alsnog van geperste dichte balansijzers voorzien en
kregen daarbij meteen de standaard NS W1 glijlager aspotten. Diverse wagens die tot
begin jaren zestig dienst deden kregen later alsnog rollager aspotten.
Deze hele serie wagens heeft altijd schijfwielen gehad.
Bij de beremde wagens begon men vanaf 1928 een Kunze Knorr Goederentreinrem (KKG)
aan te brengen. Deze rem reageerde ook op de aanwezige schroefrem.
Vanaf 1930 begon men bij alle wagens doorgaande luchtleidingen aan te brengen. Bij
meerdere oudere wagens met remhuis werden daarbij zelfs de aanwezige remmen met het
remhuis verwijderd!
Gelijktijdig werd ook het trekwerk verzwaard.
Diverse CHD's kwamen in aanmerking voor een vergrote radstand. Om een rustiger wagenloop
te verkrijgen werd vanaf 1936 bij diverse wagens de radstand vergroot van 4m naar
5m. Eventuele open balansijzers werden daarbij vervangen door scheenplaten met W1-aspotten.
Vanaf eind jaren veertig werd bij diverse wagens de bak extra verstevigd door diagonaal
geplaatste U profielen. Deze werden in de onderhoeken op de zijwand aangebracht naast
de deur en op de einden. Deze versteviging was nodig omdat er steeds meer geheuveld
werd waarbij de wagens soms behoorlijk hard op elkaar liepen na het afstoten.
Varianten
In 1894 werden enkele wagens verkocht voor het vervoer van bier (Griffioen, Heineken)
en als kregen als zodanig een andere beschildering met een particulier nummer.
Al in 1890 werden zes wagens aangepast voor het vervoer van gist tussen de fabrikant
(Gist- en Spiritusfabriek Delft) en bakkerijen, serie HSM 6470-6475, NS GCH 30001-30006.
In 1910 werden er ook twintig wagens aangepast voor het vervoer van bananen, HSM 10371-10380,
9131~9150, NS CHD 28001-28020.
Tot 1928 ging men ook nog honderveertig wagens aangepassen voor het kaasvervoer. Zonder
remmen de serie HSM 8302~8392, NS KCH 29201-29240, KCH 29301-29350 en met remhuis
HSM 33301-33350, NS KCHK 29351-29400. Daarbij vervielen de roosters op de zijwand
en werd een ventilator op het dak geplaatst.
Al deze wagens werden aan de buitenkant wit geschilderd.
Maar vanaf 1913 werden de bananen met nieuwbouw goederenwagens (onder andere Fyffes
wagens) vervoerd.
In 1930 ging men diverse wagens aanpassen voor het vervoer van losgestort graan (benaming
CHDG). Daartoe werden er extra luiken in de zijwand aangebracht.
Er was behoefte aan meer goederentreinbagagewagens. Vandaar dat er in 1934 diverse
wagens van de serie CHD 6599 - 6664 omgebouwd werden tot Dg 2901-2925.
De meeste wagens werden na zo'n 40 jaar gesloopt of als het onderstel nog goed was
ook wel verbouwd tot een ander wagentype.
Halverwege de jaren '50 werd een groot aantal CHD's uit de serie NS 7800-9400 (ex-HSM
gesloten wagens uit de jaren 1892-1907) gesloopt om de onderstellen te gebruiken voor
de bouw van nieuwe goederentreinbagagewagens. De wagenwerkplaats Amersfoort vergrootte
de radstand van 4 meter naar 5 meter en bouwde op het onderstel een bovenbouw (Dg-bak),
gebouwd door Winschoter Machinefabriek N.V. te Winschoten. De eerste serie Dg's werd in
de groene, maar de volgende series in de bruine kleur afgeleverd aangezien ze alleen voor
goederentreinen waren bedoeld.
Begin jaren zestig gingen de laatste oude HSM gesloten wagens buiten dienst.
Sommige wagens hebben het als terrein- of als dienstwagen uitgehouden tot ver in de
jaren zestig.
Enkele wagens bestaan nog bij musea in Nederland in al dan niet gerestaureerde toestand.
Kleuruitvoering
In de HSM tijd waren de wagens roodbruin.
In de NS tijd werden ze grijs geschilderd en enkelingen maakten nog de roodbruine
NS kleur mee halverwege de jaren '50. UIC nummers zijn nooit toegekend aan deze goederenwagens.
Bewaard
Van deze hele grote serie zijn maar enkele modellen bewaard.
Het Nederlands Spoorwegmuseum (SpM) beschikt over de gesloten goederenwagen HSM 33208,
de latere NS CHD 9807.
Hier is een foto van deze Werkspoor NS9807 uit
het bouwjaar 1916.
De Stoomtrein Goes Borsele (SGB) beschikt ook over zo'n goederenwagen, de HSM CHD
6376, later NS CHD 7601. Een afbeeling hiervan is te vinden op CHD
7601.
Door de vrijwilligers wordt nog druk gewerkt om de wagen te restaureren.
De Museum Buurtspoorweg (MBS) heeft ook een CHD goederenwagen. Deze goederenwagen
kreeg bij de HSM het nummer CHD 9725. Tijdens de NS-periode werd dit nummer NS CHD
9292 en na enkele jaren NS 9417. In de jaren dertig is de wagen vernummerd tot NS
280030 en werd geschikt gemaakt voor een snelheid van 100 km/h. Dit hield in dat de
radstand werd vergroot van 4,00 meter naar 5,00 meter. De wagen reed vanaf die tijd
als stukgoedwagen voor Van Gend & Loos. Deze functie behield ze tot de jaren zestig
en werd toen opslagwagen bij station Haarlem. De wagen is inzetbaar en ziet er piekfijn
uit.
Ook de Museumstoomtram Hoorn-Medemblik (SHM) heeft nog zo'n gesloten wagen, de voormalige CHD
579 en werd later vernummerd tot HSM 6579, vervolgens NS 7668, daarna als dienstwagen
NS 160401 en tenslotte NS 191039. De wagen wacht nu op restauratie.
Modeluitvoering
Philotrain heeft in 1986 al diverse CHD's uitgebracht
in de schaal 1 : 87 onder catalogusnummer 25. De modellen waren zowel kant en klaar
als kit leverbaar (kostte destijds ƒ 310,00, als bouwkit ƒ 138,00 per stuk). De modellen
waren leverbaar met 4m en met 5m radstand.
Maykel Kastelijn van MK Modelbouwstudio's levert
diverse kits van de CHD goederenwagen.
Zowel in de oude uitvoering met verstevingingsschoren, al dan niet met remhuis, maar
ook in een nieuwere uitvoering met verstevigingsdriehoeken.
Tevens is er keuze uit meerdere typen remhuizen.
Kortom, alles wat men wil is mogelijk! Alleen dient men de bouwpakketten wel zelf
in elkaar te zetten. Voor € 55,- kan men al aan de slag.
Ook een kaaswagen en een viswagen behoren tot de mogelijkheden.
De Amsterdamse firma Artitec heeft in 2019 meerdere
varianten van de CHD uitgebracht,
zowel zonder reminrichting als met remmerhuis.
Het zijn fraaie modellen geworden.
Deze goederenwagens beelden replica's uit van ongeveer 1900 tot 1912.
Met andere woorden, het zijn iets oudere goederenwagens die voorzien zijn van schuine
verstevigingsschoren, een variant, die destijds veel werd toegepast bij het bouwen
van goederenwagens.
Onder deze link vindt
u nog meer afbeeldingen van de Artitec
CHD.
|
|
Erwin
Werps heeft ook een CHD in het
pakket.
Het betreft een NFLS uitvoering model 1910. Het dak is iets boller en de vakken op
de zijwand zijn anders ingedeeld.
Het onderstel heeft geperste asbalansen met SS aspotten en de bak is voorzien van
verstevigingsdriehoeken.
Wagennummers
Mij |
oud nummer |
NS nummer in 1924 |
aantal |
lengte |
Remhuis |
bouwjaar |
fabrikant |
HSM
|
10496-10595
|
NS 5601-5700
|
100
|
8720
|
Remhuis
|
1913
|
Werkspoor
|
HSM
|
6325-6380, 6401-6525, 6551-6675
|
deelseries NS 6000, 6400, 7500
|
125
|
8420
|
|
1882/1911
|
diverse fabrikanten
|
HSM
|
10446-10450
|
NS 6201-6205
|
5
|
8720
|
Remhuis
|
1911
|
Werkspoor
|
HSM
|
meerdere deelseries
|
NS 6501-6682
|
182
|
8420
|
|
1901/1910
|
Werkspoor
|
HSM
|
10321-10330
|
NS 6811-6820
|
10
|
8720
|
Remhuis
|
1901/1910
|
diverse fabrikanten
|
HSM
|
10411-10420
|
NS 6826-6834
|
9
|
8720
|
Remhuis
|
1909/1910
|
diverse fabrikanten
|
HSM
|
meerdere deelseries
|
NS 7601-7763
|
163
|
8420
|
|
1882/1890
|
diverse fabrikanten
|
HSM
|
meerdere deelseries
|
NS 7801-9478
|
1570
|
8420
|
|
1892/1907
|
Werkspoor
|
HSM
|
10596-10670
|
NS 9501-9575
|
75
|
8420
|
|
1912/1913
|
Werkspoor
|
HSM
|
33001-33225, 33351-33450
|
NS 9601-9924
|
324
|
8420
|
|
1916
|
Werkspoor/ vdZypen
|
NFLS
|
261-275, 281-295, 318-365
|
NS 10001-10077
|
77
|
9220
|
|
1897/1901
|
diverse fabrikanten
|
NFLS
|
256-260, 276-280, 296-317
|
NS 12001-12034
|
34
|
9520
|
Remhuis
|
1897/1901
|
diverse fabrikanten
|
HSM
|
meerdere deelseries
|
NS 12201-12453
|
253
|
8420
|
|
1886/1903
|
diverse fabrikanten
|
HSM
|
meerdere deelseries
|
NS 12501-12651
|
151
|
8720
|
Remhuis
|
1902/1908
|
Werkspoor
|
HSM
|
33226-33350
|
NS 12701-12825
|
125
|
8720
|
Remhuis
|
1917
|
Hawa
|
Deze tabel is slechts een moment opname omstreeks 1924. Doordat er ruim 3000 wagens
van dit type rondreden , werd er veel aan verbouwd en gewijzigd.
Tussen 1890 en 1930 zijn meerdere wagens verbouwd tot gist-, banaan-, kaas- of graanwagen
en aldus ontstonden er nummerhiaten en nieuwe nummerseries.
Uitgebreidere gegevens met vernummeringen zijn te downloaden van de site van Maykel
Kastelijn .
Foto's
|
Meerdere NS CHDG graanwagens met de graanluiken naast de luchtroosters.
Dit waren de "eerste echte" graanwagens van de Nederlandse Spoorwegen.
|
fotograaf onbekend, Stroe, eind jaren '30 |
|
NS CHDL 6431. Gebouwd door Werkspoor in 1901.
De wagen is gedeeltelijk voorzien van extra verstevigingsprofielen, maar bevat nog
de oude deurrollen aan de onderzijde van de deuren.
Op de oude balansijzers zijn wel de latere NS W1 aspotten geplaatst.
|
foto ergens begin jaren '50. |
|
NS 9575, gebouwd door Werkspoor 1913.
De wagen is wel verstevigd tegen harde rangeerstoten, maar heeft nog de oude deurophanging
met rollen onder de deur. |
Locatie en datum onbekend, 1950 |
|
Terreinwagen NS 170034.
De deur heeft rollen aan de zijkant en de deurrails zijn ergens begin veertiger jaren
vervangen door geheel rechte exemplaren.
Aan de linkerkant zat vroeger een remhuisje, maar zowel dat als de gehele reminstallatie
is verwijderd.
Waarschijnlijk bouwjaar 1912 of 1913. |
Plaats en datum, onbekend. |