D-TREINRIJTUIGEN type 1932 IN MODEL
Augustus 8, 2016
|
door Gerard van de Weerd |
In 1932 verschenen de eerste geheel gelaste stalen D-trein rijtuigen bij de NS, de
serie AB 7521 - 7545.
Qua bestelling hoorden de rijtuigen bij de C12c coupérijtuigen,
qua uiterlijk waren ze te beschouwen als een voortzetting van de ovale
ramen rijtuigen.
Ook nieuwe technieken, inmiddels opgedaan bij de jongste Blokkendoosrijtuigen van
1930 werden verwerkt in het ontwerp.
Hun werkterrein lag hoofdzakelijk in de binnenlandse expressetreindienst, maar de
rijtuigen waren ook over de landsgrenzen te zien, namelijk in de buurlandtreinen naar
België, Duitsland en als uitschieter Noord-Frankrijk.
In elke expressetrein tussen de dertiger en vijftiger jaren kwam je dit rijtuigtype
tegen.
Dit type rijtuig was voor een deel gezichtsbepalend tot de jaren '60 in het Nederlandse
rijtuigenbeeld, want de bolkoprijtuigen, de rijtuigen plan D en plan K hadden allemaal
hun oorsprong in deze serie.
De ABd's 7521 - 7545 werden bij Werkspoor gebouwd en kwamen in dienst tussen 23 maart
en 28 mei 1932.
|
serie ABd9 7521 - 7555
|
De rijtuigen voldeden goed en meteen al een jaar later werd een identieke nabestelling
geleverd van nog eens 10 rijtuigen.
De ABd9's 7546 - 7555 kwamen tussen 21 februari en 18 maart 1933
in dienst en waren identiek aan de eerste bestelling.
typenummer en serie |
fabrikant |
in dienst |
buiten dienst |
remwerk |
gewicht |
ABd9 |
AB 7521 - 7545 |
Werkspoor |
1932 |
1947 - 1969 |
Knorr snelrem |
45 ton |
ABd9 |
AB 7546 - 7555 |
Werkspoor |
1933 |
1947 - 1969 |
Knorr snelrem |
45 ton |
|
Rijtuigindeling
|
De ene kant van het rijtuig was ingedeeld voor de niet-rokers, de andere kant voor
de wel-rokers.
Een klapdeur scheidde de beide helften.
Slechts zes van de negen ramen kregen aan de buitenzijde een klassebord, bij de coupé
voor facultatief eerste/tweede klasse en bij twee coupé's tweede klasse ontbraken
de klasseborden.
Deze rijtuigen hadden dezelfde lengte als de ovaleramen rijtuigen. Om meer reizigers
mee te kunnen nemen werd daarom een toiletruimte opgeofferd en diende elke coupé een
paar centimer korter te worden. Verder bleef het interieur bijna net zo luxueus als
van de ovaleramen rijtuigen.
Al het zichtbare lijstwerk bestond uit het donkerbruine Djati hout uit Java.
Onder de ramen was een zwarte bekledingsstof aangebracht. De zijwanden waren bekleed
met geribbeld pergamoid, een soort gevernist linnen.
De eerste klasse coupé's hadden vier zitplaatsen van 75 cm breed, de winterkant van
de kussens waren met rood trijp met een donkere tijgerstreep bekleed, de andere (zomer)kant
met rood leerdoek. Tussen de zittingen was een brede armleuning van 25 cm. De facultatieve
klasse had dezelfde bekleding, maar bood plaats aan 6 reizigers. Op de schuifdeuren
was een omkeerbaar bordje waar de conducteur mee kon aangeven of het dienst deed als
eerste of tweede klasse klasse.
De tweede klassezitplaatsen waren bekleed met bronsgroene trijp en bevatte per bank
twee opklapbare armleuningen. De allerlaatse coupé beschikte slechts over vijf zitplaatsen,
in de zijgang was een kast geplaatst voor de spanningsregelaar.
In de zijgang zaten nog steeds handgrepen om de schuiframen op en neer te bewegen,
maar de coupé's waren voor het eerst voorzien van een draaihandel onder het raam waarmee
dit open of dicht kon.
Ook bij de latere plan D, plan E en plan K werden dit soort draaihandels toegepast.
Constructie
Voor het ontwerp van deze doorgangsrijtuigen ging men uit van de ovaleramenrijtuigen
van 1928.
Het modeverschijnsel om gebruik te maken van ovaalvormige ramen was weer voorbij en
daarom kreeg dit rijtuig weer rechte ramen.
Omdat het rijtuig -doordat het gelast was- geen naden of strippen vertoonde zag het
er in vergelijking met andere rijtuigen strakker uit. Lassen was in die dagen nog
een nieuwe techniek. Wanden en daken werden voorgefabriceerd en samengevoegd in grote
lasmallen, waarna de delen aan elkaar gelast werden.
Doordat de koppen wat smaller waren dan de rest van het rijtuig konden openstaande
instapdeuren binnen profiel blijven. In de kopwanden zaten - net als bij de ovaalramers-
twee ramen, één in de kopdeur en één aan de kant van de zijgang. De teakhouten kopdeur
draaide naar binnen toe open. Aan de binnenzijde van de Hongaarse vouwbalg waren draaihekjes
aangebracht waaraan de reizigers zich eventueel konden vasthouden bij het overlopen.
De rijtuigen hadden een beperkt RIC-teken. Ze waren toegelaten voor Nederland, België,
Duitsland, Elzas-Lotharingen en de Franse Nord. Daartoe was de kopwand voorzien van
meerdere sluitseinijzers.
De 1,9 kilowatt dynamo hing onder aan de rijtuigbak en werd aangedreven door een lederen
riem. De dynamo voedde de accus's, die onder de bak hingen in twee accukisten. Het
regeltoestel schakelde automatisch de voeding van de rijtuigverlichting van batterij
naar dynamo bij een snelheid van ongeveer 20 km/h. Bij hogere snelheden werden de
accu's pas opgeladen.
In elke coupé bevonden twee Philips gloeilampen, een witte en een blauwe nachtlamp.
In de zijgang zaten vier lampen, de beide balkons met twee lampen en één in het toilet.
De verwarming met normale lagedruk stoom kreeg binnenlandse en internationale aansluitingen
op de bufferbalk. Elke coupé had zijn eigen stoombatterij, welke door de reizigers
bediend kon worden. De verwarming voor de rest van het rijtuig kon alleen door de
conducteur geregeld worden.
De serie ABd 7521 kreeg nieuwe gelaste draaistellen type T met ingebouwd remwerk,
de radstand was vergroot tot 3,00 m voor een rustiger loop. Hoewel de draaistelllen
nieuw ontworpen waren, zijn ze te beschouwen als een verdere ontwikkeling van de draaistellen
van het nieuwe Blokkendozenmaterieel met bouwjaar 1931. De draaistellen type T waren
nog voorzien van glijlagers. Dit type draaistel beviel goed en werd later ook gebruikt
bij de Bolkoprijtuigen en bij plan D rijtuigen (type S), maar deze waren voorzien
van SKF-rollagers.
Op de zijwanden konden op drie plaatsen koersborden hangen.
Wijzigingen
In 1939 werden de daken donkergrijs geschilderd.
Bij de inval in mei 1940 raakte rijtuig AB 7531 in de buurt van Zwolle zo zwaar beschadigd,
dat het als eerste van de serie buitendienst werd gesteld.
Vanaf 1947 werden de klasseborden hoger opgehangen, zodat volgens de NS ook de reizigers
op drukke balkons makkelijker hun rijtuig konden vinden. Tegelijkertijd kregen de
klasseborden hiervoor zwarte cijfers op een witte ondergrond. Derde klasse borden
bleven wel wit op zwart.
In 1949 met de komst van elektrische locs kregen de rijtuigen ook elektrische verwarming
ingebouwd voor een spanning van 1500V gelijkstroom. Als de rijtuigen in Duitsland
kwamen dienden ze met weer stoom verwarmd te worden!
In 1952 verbouwde de NS 10 willekeurige AB-rijtuigen tot rijtuigen derde klasse serie
C 7151 - 7161 door de coupé's van acht zitplaatsen te voorzien. De kleine eindcoupé
met de spanningsregelaarkast kreeg zes zitplaatsen. De rijtuigen kregen hetzelfde
soort interieur als de nieuwe plan D's, banken met lichtbruin leerdoek en in het midden
een opklapbare armleuning.
Ook vernummerde men de overgebleven rijtuigen om weer een gesloten nummerserie te
krijgen. De hoogste nummers namen de opengevallen lage nummerplaatsen in.
Aldus creëerde men de series AB 7532-7545 en C 7151-7160.
Met de klasseverlaging van juni 1956 werden de AB's volledig eerste klas rijtuigen
en de C's tweede klassers. Ondertussen verschenen de eerste rijtuigen in het
Berlijnsblauw met gele biezen.
In 1955 werden zij uitgerust met zwaardere buffers.
Bij enkele rijtuigen zijn aan het eind van de jaren 50 de gloeilampen vervangen door
TL-buizen van 40 Watt.
In 1958 werden de rijtuigen teruggetrokken uit de internationale dienst en genummerd
in de serie 6000, binnenlandse vierassige rijtuigen met toilet.
Vanaf 1959 werden de A-rijtuigen opnieuw verbouwd tot AB-rijtuigen. De coupé's met
6 zitplaatsen bleven hetzelfde, alleen de coupé's met 4 zitplaatsen kregen nu 6 zitplaatsen.
Vanaf het toilet gerekend waren er nu vier coupé's eerste klasse en vijf coupé's tweede
klasse.
Alleen rijtuig AB 6243 werd bij een verbouwing voorzien van allemaal coupé's met 8
zitplaatsen.
Tussen 1965 en 1968 viel het doek en verdwenen de meeste rijtuigen langzaam richting
sloperij Koek in Mijdrecht.
Klasseborden tot 1947
|
|
Klasseborden van 1947 tot juni 1956
|
|
Klasseborden van 1956 tot 1973
|
|
|
Kleuruitvoering
Treinsamenstellingen
De rijtuigen reden vooral in de binnenlandse sneltreindienst samen met de C12c
rijtuigen, maar ze kwamen ook regelmatig in Duitsland en België, samen met de hogere
nummers (gelaste rijtuigen) van de C12c serie C6471 - 6485.
In de dertiger jaren was het gebruikelijk om een vaste combinatie aan te houden van
één C12c met één ABd9 rijtuig, deze combinatie kon in een trein
meermalen voorkomen.
Vooral in de sneltreinen van het westen naar Groningen waren deze rijtuigen frequent
te zien. Ook de sneltreinen naar Limburg behoorden tot hun takenpakket, waarbij ze
ook nog een slag naar Aken en Visé maakten.
Vanaf 1940 gebruikte de NS niet meer deze vaste combinatie. De ABd's werden toen ingezet
met de nieuwe ABC-rijtuigen en de derde klas rijtuigen met vouwbalg.
Halverwege de jaren '50 werden de ABd9's meer en meer ingezet voor lokaaltreinen,
militairentreinen en als extra versterkingsrijtuigen. Ook waren ze frequent te zien
op nevenlijnen achter een 2200, 2400 of 2600 dieselloc, al dan niet aangevuld met
een stoomverwarmingswagen.
trein 106 Gouda - Rotterdam Maas 1939 |
|
|
|
|
loc |
ABd9 |
C12c |
DIV |
|
D-trein rijtuig |
coupérijtuig |
bagagewagen |
trein 109 Rotterdam Maas - Gouda 1939 |
|
|
|
|
|
loc |
ABd9 |
C12c |
DIV |
PIV |
|
D-trein rijtuig |
coupérijtuig |
bagagewagen |
postrijtuig |
trein 120 Rotterdam Maas - Gouda 1939 |
|
|
|
|
|
|
loc |
ABd9 |
C12c |
C12c |
DIV |
PIV |
trein 103 Rotterdam Maas - Gouda 1939 |
|
|
|
|
|
loc |
ABd9 |
C12c |
C12c |
DIV |
trein 62 Maastricht - Eindhoven - Den Haag 1939 |
|
|
|
|
|
|
|
loc |
DIV |
C12c |
ABd9 |
ABd9 |
C12c |
PIV |
|
Meer treinsamenstellingen met
de stalen doorgangsrijtuigen vindt u hier.
Andere gegevens over het grootbedrijf in tabelvorm zijn ook te vinden op de site van Martijn
Haman.
Koninklijke rijtuigen
|
|
treinbegeleider |
werk kamer |
badkamer |
zit/slaapkamer |
prinsessen |
verzorgsters |
|
plattegrond Salonrijtuig SR8 |
Koningin Juliana koos na de Tweede Wereldoorlog, waarin de royaler uitgevoerde trein
van haar moeder Wilhelmina verloren ging, voor een degelijke maar sobere inrichting
voor de twee rijtuigen die voor haar, prins Bernhard en de vier prinsessen werden
ingericht. De koningin kreeg een grote ontvangstkamer, de prins een werkruimte met
telefoon en er kon huiswerk worden gemaakt op weg naar de wintersportvakantie in Oostenrijk.
In 1953 werd rijtuig AB 7522 aangewezen voor de koninklijke trein en door Beijnes
verbouwd tot salonrijtuig SR8.
De zijgang werd behouden, maar de inrichting van de coupé's werd aangepast. Dit rijtuig
was bedoeld voor Prins Bernhard en de prinsessen.
Het werd ingericht met een werkkamer voor de Prins, twee slaapkamers en twee badkamers
voor de prinsessen, een ruimte voor de verzorgsters van de prinsessen en een begeleidersvertrek.
De draaistellen met glijlagers werden vervangen door reservedraaistellen van plan
D rijtuigen met rollagers. De Hongaarse vouwbalgen werden afgenomen en er kwamen rubber
buisbalgen voor terug. De ramen werden voorzien van kleine tochtvrije bovenraampjes.
De dynamo werd verzwaard, er kwam TL-verlichting in en ook de sluitverlichting werd
elektrisch.
Bovenop de rijtuigkoppen bevinden zich antennes voor de hoogfrequente treintelefoon.
In december 1953 werd het rijtuig in groene kleur in dienst gesteld. Samen met de
D6 werd het rijtuig in mei 1957 berlijnsblauw geschilderd.
|
|
treinbegeleider |
keuken |
hofdames |
ontvangst kamer |
werk kamer |
douche |
toilet/garderobe |
|
plattegrond Salonrijtuig SR9 |
Omdat salonrijtuig SR7 op korte termijn buiten dienst gesteld zou worden werd in 1956
de AB 7546 door Allan te Rotterdam ingericht tot koninklijk rijtuig SR9 voor Koninging
Juliana. Dit is een rijtuig met een salon, een werk- en slaapcoupé en een keukencompartiment.
De salon was voorzien van een twee meter breed raam. Dit rijtuig heeft een eenvoudig
tweepits gasstel dat is bedoeld voor het zetten van een kopje thee of koffie. Echte
maaltijden kunnen er niet op bereid worden.
Boven de slaapbank van koningin Juliana kan een bed worden uitgeklapt dat in de jaren
'50 werd gebruikt voor de jeugdige prinses Christina.
|
10 januari 1955 trein 12884 Koninklijke trein van Lech naar Baarn.
|
|
|
|
|
|
1306 |
verw. wagen |
D6 |
SR 7 |
SR 8 |
5 mei 1962 Loc 1218 met koninklijke trein op bevrijdingsdag door Gelderland. |
|
|
|
|
|
NS 1218 |
plan D - A |
SR 8 |
SR 9 |
|
7 mei 1962. De koninklijke trein tijdens een bezoek van de Koningin
door de drie noordelijke provincies. |
|
|
|
|
|
|
2200 |
2200 |
plan D - A |
SR 8 |
SR 9 |
|
13 oktober 1965 trein 23392 Koninklijke trein naar Zeeland. |
|
|
|
|
1138 |
SR 8 |
SR 9 |
D6 |
12 juni 1970 Rondrit met de koninklijke trein door Utrecht.
|
|
|
|
|
loc |
plan D - A |
SR 8 |
SR 9 |
31 maart 1981 Loc 1202 met de koninklijke trein op weg voor een staatsbezoek
naar België en Luxemburg. |
|
|
|
|
|
NS 1202 |
SR 8 |
SR 9 |
plan K |
|
30 oktober 1984 De koninklijke trein in Gelderland op weg van Arnhem
naar Doetinchem. |
|
|
|
|
|
|
2330 |
2243 |
1648 |
plan K |
SR 9 |
SR 8 |
30 april 1986 Hare majesteit brengt op deze Koninginnedag een bezoek
aan Deurne en Meijel.
|
|
|
|
|
|
1644 |
plan K |
SR 9 |
SR 8 |
|
21 juni 1989 Koninklijk bezoek van Utrecht door Leiden. |
|
|
|
|
|
1639 |
SR 8 |
SR 9 |
plan K |
|
|
Bij de indienstelling in augustus 1956 had dit rijtuig al de huidige berlijnsblauwe
kleur.
De beide rijtuigen kregen een bijzonder uitgebreid RIC-teken.
|
B |
België |
N |
Noorwegen |
L |
Luxemburg |
H |
Hongarije |
|
D |
Duitsland |
J |
Joegoslavië |
F |
Frankrijk |
S |
Zweden |
|
CH |
Zwitserland |
R |
Roemenië |
It |
Italië |
GR |
Griekenland |
|
PL |
Polen |
TC |
Turkije |
A |
Oostenrijk |
BG |
Bulgarije |
|
DK |
Denemarken |
|
|
|
|
|
|
Tot 1993 bleven ze in gebruik en maakten gedurende hun dienstjaren zo'n 80 ritten
in binnen- en buitenland.
Ze werden voornamelijk ingezet bij staatsbezoeken van buitenlandse vorsten en staatshoofden
en voor de wintersportvakanties van de koninklijke familie.
In 1968 kreeg dit rijtuig het computermummer 61 84 89-40 001-9 en is in 1993 buiten
dienst gegaan. In datzelfde jaar werd het rijtuig naar het Nederlands Spoorwegmuseum
gebracht.
Toen Beatrix in 1980 de troon besteeg, voldeden de SR8 en de SR9 niet meer aan de
eisen van de moderne tijd. Zo konden ze geen hoge snelheden aan. In 1993 gaf het ministerie
van Verkeer en Waterstaat de opdracht een bestaand intercityrijtuig te verbouwen tot
nieuw koninklijk rijtuig. In december 1993 werd het huidige koninklijke rijtuig, de
SR10, in gebruik genomen en de SR8 en SR9 konden buiten dienst gesteld worden.
De beide rijtuigen staan al enkele jaren in het museum, maar zijn sinds kort toegankelijk
voor publiek. Ze ademen nog steeds de sfeer uit van de jaren vijftig, toen ze werden
verbouwd voor de Oranjes. De inrichting is lichtbruin, op de bureaus staan ouderwetse
witte telefoons en op de tafels pronken grote glazen asbakken.
De rijtuigen zijn sober maar wel van alles voorzien, van salons en slaapcoupés tot
en met een keukentje met koffiezetapparaat.
SR 8
1956-1993
Salonrijtuig voor Prins Bernhard |
|
|
|
|
|
|
|
|
SR 9
1956-1993
Salonrijtuig voor Koningin Juliana |
Modeluitvoering:
De ABd9 van Philotrain, catalogusnummer 41, stamt uit 1995 en werd uitgebracht
als kant en klaar model voor een prijs van van ƒ 695,00.
Ook bouwpakketten van deze rijtuigen waren mogelijk voor ƒ 395,00.
Het model inclusief draaistellen was geheel van messing, de beide dakdelen boven de
rijtuigkoppen waren van witmetaal vanwege de complexe vorm.
Philotrain leverde dit rijtuig in wel 8 verschillende uitvoeringen. In het
groen met lichte en donkere daken, als AB-rijtuig en als C-rijtuig, en in meerdere
blauwe varianten als buurland- en als binnenlands rijtuig.
Exacttrain kondigde begin 2016 aan deze rijtuigen uit te brengen. We zijn zeer benieuwd wanneer dat gerealiseerd wordt.
Foto's
|
ABd9 7524. Gangpadzijde. Duidelijk te zien de diverse sluitseinijzers voor
het buurlandverkeer. |
Amsterdam, april 1938 |
collectie Gerard van de Weerd
|
|
|
|
Rijtuig NS 61 84 89-30 001-1 (salonrijtuig SR 9, ex-AB 7544, ex-AB 7546) van de oude
koninklijke trein staat nu in het Spoorwegmuseum.
Ten opzichte van de oorspronkelijke uitvoering is het rijtuig behoorlijk gemoderniseerd,
onder andere door het aanbrengen van rubberen buisbalgen en een telefoonantenne op
het dak. In het midden is het verbrede raam te zien. |
Spoorwegmuseum Utrecht, 5 juni 2005 |
|
(foto Gerard van de Weerd, © 2005) |
Nummer |
Bouwjaar |
Fabrikant |
1952 |
1956 |
1958 |
Afvoer |
Bijzonderheden |
AB7521
|
1932 |
Werkspoor |
- |
- |
- |
nov. 1951
|
Vermist na 1945, in 1951 administratief afgevoerd. |
AB7522
|
1932 |
Werkspoor |
AB7531 |
SR8 |
SR8 |
12 dec. 1994
|
In 1953 salonrijtuig SR8, op 14 december 1994 naar Spoorwegmuseum. |
AB7523
|
1932 |
Werkspoor |
- |
- |
- |
1945
|
Onherstelbare oorlogsschade |
AB7524
|
1932 |
Werkspoor |
C 7151 |
B 7151 |
B 6151 |
jan. 1966
|
|
AB7525
|
1932 |
Werkspoor |
AB7532 |
A 7532 |
AB6232 |
apr. 1960
|
|
AB7526
|
1932 |
Werkspoor |
- |
- |
- |
nov. 1951
|
Vermist na 1945, in 1951 administratief afgevoerd. |
AB7527
|
1932 |
Werkspoor |
C 7152 |
B 7152 |
B 6152 |
nov. 1968
|
In 1968 vakantieverblijf in Hilversum, gesloopt in 1978. |
AB7528
|
1932 |
Werkspoor |
C 7153 |
B 7153 |
B 6153 |
nov. 1968
|
|
AB7529
|
1932 |
Werkspoor |
C 7154 |
B 7154 |
B 6154 |
nov. 1967
|
|
AB7530
|
1932 |
Werkspoor |
AB7533 |
A 7533 |
AB6233 |
dec. 1966
|
|
AB7531
|
1932 |
Werkspoor |
- |
- |
- |
mei 1940
|
Vernield tijdens Duitse inval |
AB7532
|
1932 |
Werkspoor |
C 7155 |
B 7155 |
B 6155 |
dec. 1967
|
|
AB7533
|
1932 |
Werkspoor |
- |
- |
- |
nov. 1951
|
Vermist na 1945, in 1951 administratief afgevoerd. |
AB7534
|
1932 |
Werkspoor |
C 7156 |
B 7156 |
B 6156 |
dec. 1967
|
|
AB7535
|
1932 |
Werkspoor |
AB7535 |
A 7535 |
AB6235 |
sep. 1965
|
|
AB7536
|
1932 |
Werkspoor |
AB7536 |
A 7536 |
AB6236 |
apr. 1965
|
|
AB7537
|
1932 |
Werkspoor |
C7157 |
B7157 |
B6157 |
sep. 1968
|
|
AB7538
|
1932 |
Werkspoor |
AB7538 |
A 7538 |
AB6238 |
dec. 1966
|
|
AB7539
|
1932 |
Werkspoor |
C 7158 |
B 7158 |
B 6158 |
nov. 1968
|
|
AB7540
|
1932 |
Werkspoor |
AB7540 |
A 7540 |
AB6240 |
dec. 1966
|
|
AB7541
|
1932 |
Werkspoor |
- |
- |
- |
1945
|
Onherstelbare oorlogsschade |
AB7542
|
1932 |
Werkspoor |
AB7542 |
A 7542 |
AB6242 |
mrt. 1964
|
|
AB7543
|
1932 |
Werkspoor |
- |
- |
- |
nov. 1951
|
Vermist na 1945, in 1951 adm. afgevoerd. In DR B4ümp 8 Cs 7543, later 204-405. Afvoer
DR 12 jan. 1970. |
AB7544
|
1932 |
Werkspoor |
C 7159 |
B 7159 |
B 6159 |
sep. 1968
|
In 1973 kantine bij camping De Schaopvolte (Eext) |
AB7545
|
1932 |
Werkspoor |
AB7545 |
A 7545 |
AB6244 |
dec. 1966
|
|
|
|
AB7546
|
1932-33 |
Werkspoor |
AB7544 |
SR9 |
SR9 |
12 dec. 1994
|
In 1956 salonrijtuig SR9, in 1969 nummer 61 84 89-40 001-9, op 14 december 1994 naar
Spoorwegmuseum. |
AB7547
|
1932-33 |
Werkspoor |
AB7541 |
A 7541 |
AB6241 |
jan. 1966
|
|
AB7548
|
1932-33 |
Werkspoor |
AB7539 |
A 7539 |
AB6239 |
mrt 1964
|
|
AB7549
|
1932-33 |
Werkspoor |
C 7160 |
B 7160 |
B 6160 |
sep. 1968
|
verkoop KNHS 76100, in 1971 gesloopt na brand. |
AB7550
|
1932-33 |
Werkspoor |
AB7537 |
A 7537 |
AB6237 |
feb. 1966
|
|
AB7551
|
1932-33 |
Werkspoor |
AB7534 |
A 7534 |
AB6234 |
juni 1965
|
|
AB7552
|
1932-33 |
Werkspoor |
- |
- |
- |
nov. 1951
|
Eerst vermist, na terugkomst gesloopt. |
AB7553
|
1932-33 |
Werkspoor |
AB7543 |
A 7543 |
AB6243 |
sep. 1968
|
Eerst vermist, eind 1951 AB 7543II, verbouwing tot AB 6243 in 1959. |
AB7554
|
1932-33 |
Werkspoor |
- |
- |
- |
nov. 1951
|
Vermist na 1945, in 1951 administratief afgevoerd. |
AB7555
|
1932-33 |
Werkspoor |
- |
- |
- |
nov. 1951
|
Vermist na 1945, in 1951 adm. afgevoerd. In DR BP4ü 6 HI 7555, later 204-301. Afvoer
DR juni 1978. |
35 rijtuigen |
25 rijtuigen
|
|
13 AB en 10 B rijtuigen
2 salonrijtuigen |
|