Om aan de toenemende transportvraag te voldoen verbouwde de SS in 1915 200 normale gesloten goederenwagens type CHE om tot wagens speciaal voor het bananenvervoer.
Deze wagens kregen extra roosters in de kopwanden en ventilatoren op het dak. Ze behielden echter de grijze goederenkleur.
Verbouwde goederenwagens:
SS CHLW 61201 ~ 61870 NS CHEW 28201 - 28400 | | | CH | gesloten goederenwagen | B | bananen | P | pisang/parkeerrem | C | 10 ton | S | 100 km/h | D | 12 ton | K | Kunze Knorr rem | E | 15 ton | W | Westinghouse rem | I | geïsoleerd | V | vleeswagen | L | luchtleiding | Y | ijsbakken | |
Nog waren er te weinig bananenwagens. De HSM zag in dat ook hier goed geld mee te verdienen was. Beide maatschappijen lieten in 1915 nog extra koelwagens erbij bouwen, zowel beremde als onberemde wagens en ook nog bij dezelfde fabrikanten. Uiteindelijk waren er in een paar jaar tijds flink wat wagens bijgekomen, namelijk 145 beremde en 125 onberemde koelwagens en ook nog eens 200 omgebouwde gesloten wagens.
tot 1920 | van 1920 tot 1950 | na 1950 |
SS | 61251~61870 | remhuis | 1910-1913 | Werkspoor, La Brugeoise | NS | CHEW 28211-28400 | - - |
SS | CHBY 70301-70400 | onberemd | 1913-1915 | Uerdingen | NS | CHP 27421-27520 | CHIB 27421-27520 |
HSM | CHBY 48026-48050 | onberemd | 1915 | Uerdingen | NS | CHP 27521-27545 | CHIB 27521-27545 |
SS | CHBY 70211-70239 | remhuis | 1913 | Gastell | NS | CHPW 27711-27739 | CHIB 27711-27739 |
SS | CHBY 70240-70260 | remhuis | 1914 | Gastell | NS | CHPW 27740-27760 | CHIB 27740-27760 |
SS | CHBY 70261-70280 | remhuis | 1915 | Gastell | NS | CHPW 27761-27780, later omgebouwd tot vleeswagen |
SS | CHBY 70701-70750 | remhuis | 1915 | Gastell | NS | CHPW 27781-27830 | CHIB 27781-27830 |
HSM | CHBY 48001-48025 | remhuis | 1915 | Gastell | NS | CHPW 27831-27855 | CHIB 27831-27855 |
De HSM had ook nog 10 CHD's en 20 CHE's ingericht voor fruitvervoer.
| NS 27421 – 27545 | onberemd | 27521 - 27545 | 27421-27520 | | | HSM | SS | Opmerking: | radstand | 5,0 m | 5,0 m | | lob | 10550 mm | 10570 mm | De HSM wagens zijn 2 cm korter dan de SS wagens | gewicht | 14,1 ton | 14,0 ton | draagvermogen | 12,5 ton | 12,5 ton | bodemopp. | 23,6 m2 | 23,6 m2 | inhoud | 50,8 m3 | 49,5 m3 | leiding | stoomleiding | stoomleidng | | remsysteem | luchtleiding | luchtleiding | | fabrikant | Uerdingen | Uerdingen | | bouwjaar | 1915 | 1913 en 1915 | | aantal | 25 stuks | 100 stuks | | |
| NS 27711 – 27855 | beremd, remhuis | | | | | HSM | SS | Opmerking: | radstand | 5,0 m | 5,0 m | | lob | 10550 mm | 10500 mm | De beremde SS wagens zijn 5 cm korter dan de HSM wagens | gewicht | 15,3ton | 14,6 ton | draagvermogen | 12,5 ton | 12,5 ton | bodemopp. | 22,8 m2 | 22,8 m2 | inhoud | 49,1 m3 | 47,9 m3 | leiding | stoomleiding | stoomleidng | | remsysteem | snelG, WG-P, schroefrem | West G, schroefrem | | fabrikant | Gastell | Gastell | | bouwjaar | 1915 | 1913 en 1915 | | aantal | 25 stuks | 120 stuks | | |
De serie CHP 27421 – 27545 werd gebouwd door de Waggonfabrik Uerdingen A.G. voor de HSM en de SS. Het dak was drievoudig uitgevoerd, de dubbelwandige wanden en de dubbele bodem waren geïsoleerd met kurk, papier en lucht. De wagens werden in dienst gesteld met het opschrift West Indian Bananas op de zijwanden. De beremde wagens kwamen uit de Waggonfabrik van de Gebrüder Gastell uit Mainz. Een aantal van deze wagens waren uitgerust met elektrische verwarming voor gebruik in de winter om bevriezing van de inhoud te voorkomen.
Net als de overige koelwagens waren ook deze wagens wit /gebroken wit geschilderd.
Door vuil en roeststof oogden de witte wagens na verloop van tijd wel een beetje geelachtig, maar het bleven witte wagens.
De Staatsspoorwagens uit de jaren 1913 en 1914 hadden hoog geplaatste luikhandels. Om de luiken hiervan te kunnen bedienen diende men op de treeplank te klauteren.
Bij de wagens van bouwjaar 1915 zaten de handels onder de handrails, waardoor ze vanaf de grond bediend konden worden. Aan de kopse kanten zaten opstapjes om makkelijker bij de bediening van deze luiken te komen. Dit verschil in hoogtebediening is altijd gebleven en is ook bij latere revisies nooit gelijkgetrokken.
Het bedrijf Wambersie & Zoon, gevestigd in Rotterdam had een aantal zeeschepen in dienst en vervoerden passagiers en vooral bananen van de Nederlandse kolonie Suriname naar Rotterdam. Het vervoer van de bananen van de haven naar de koelopslagplaatsen gebeurde met koelwagens. Deze wagens waren voor rekeing van de HSM en de SS gebouwd. Hoewel het in wezen geen particuliere wagens waren, mochten zij toch hun handelsnaam op de wagens voeren. Vanwege de minder goede kwaliteit van deze Surinaamse bananen namen de Fyffesbananen hun rol na de Eerste Wereldoorlog geleidelijk over.
De firma Fyffes werd in 1897 in Londen opgericht. Zij bezaten eigen bananenplantages op de Canarische Eilanden en in Jamaica. De export nam met de jaren behoorlijk toe. Niet alleen bananen, maar ook anannas en meloenen werden door hen geteeld en vervoerd. Na diverse jaren hadden zij eigen vestigingen in Ierland, Engeland, Nederland, Duitsland, Belgie, Verenigde Staten en in enkele Zuid-Amerikaanse landen. Het vervoer in Nederland gebeurde met (gekoelde) goederenwagens die van de NS gehuurd werden. Zij mochten wel van hun eigen logo voorzien worden.
In 1929 als Fyffes zijn monopoliepositie op de Europese bananenmarkt kwijt raakt doordat er zich vanuit Jamaica een concurrent aandient, wil hij graag dat de consument zijn bananen kan herkennen en introduceert het blauwe ovale Fyffeslabel, dat uiteraard ook op de wagens geplaatst wordt. De tekst op de wagens verandert dan in het opschrift 'BANANEN'.
In 2014 hield de naam Fyffes op, omdat zij toen gingen fuseren met Chiquita.
De bananen worden opgeslagen in koelhuizen en daar worden de groene bananen langzaam gerijpt. Er werd vaak gebruik gemaakt van de koelhuizen van de firma "Staaij's Koel- en Vrieshuizen". Behalve opslag maakten zij ook ijs, wat verkocht werd voor de koeling van de koelwagens. Voor verder transport huurden zij diverse goederenwagens van de spoorwegen, maar zij hadden ook eigen particuliere wagens laten bouwen en in gebruik. De firmanaam werd in 1924 omgedoopt tot "Rotterdamsche Koel- en Vrieshuizen".
Er was gaandeweg meer behoefte aan extra wagens voor vleesvervoer. Diverse kleinseries voor vervoer van fruit en bananen werden omgebouwd tot vleeswagen.
In de vroege jaren '20 werden ook veertig van bovenstaande bananenwagens hiervoor aangewezen, twintig wagens met rem en twintig wagens zonder rem. Aan een kant van de wagenbak kwam een ijskorf met op het dak een ijsluik. Op het dak kwamen ook twee draaibare dakventilatoren. De vier kleinere roosters in beide kopwanden werden met plaatwerk dichtgezet en van het remhuis werd aan één kant de trap en de deur verwijderd.
Toen de verbouwing klaar was kregen ze gelijk NS nummers.
In 1929 werden tien vleeswagens met remhuis weer ingedeeld als bananenwagen, maar nu met de particuliere nummers 558001 P tot 558010 P.
In 1950 huurde de firma Frico uit Leeuwarden ook twee koel/omgebouwde bananenwagens voor het vervoer van hun kaasprodukten van Leeuwarden naar de Amsterdamse havens.
Deze wagens hebben ze gebruikt tot 1955.
SS | NS nummer | bij Frico | P-nummer | uit |
nummer | (in 1921) | | | in dienst | | dienst |
SS 70282 | CHV 26552 | X-CHV 26826 | CHVP 26552 | 1950 | 552377 P | 1955 |
SS 70291 | CHV 26561 | X-CHV 26835 | CHVP 26561 | 1950 | 552378 P | 1955 |
In 1954 waren van de oorspronkelijk bananenwagens uit 1913/1915 nog maar 134 stuks over. Eind jaren vijftig was de hele serie vervangen door moderne koelwagens.
nummer: | SS CHBY 70261- 70750 | Weergave periode : | I b
1890 - 1917 | Jaar : | 1915 | | |
Koelwagen
Een koelwagen is een geïsoleerde wagen waarin bakken met ijs geplaatst zijn. Deze wagens worden gebruikt voor het vervoer van fruit, groenten en vlees, maar ook voor aardappelen en kaas en verschillende andere producten zoals melk, bier, bloemen, boter en eieren. Om de temperatuur constant te houden werden boven het dak ventilatoren geplaatst.
De eerste koelwagons hadden een laadvermogen van 15 ton. In deze koelwagens waren stangen in het laadruim geplaatst, waarbij het vlees aan vleeshaken opgehangen kon worden. De koelwagens van voor de Tweede Wereldoorlog waren aan de buitenkant wit geschilderd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in Duitsland een groot aantal koelwagons gebouwd om het voedsel voor de duitse troepen te transporteren. In deze periode droegen veel van deze koelwagens een lichtgrijze kleur.
Voor het vervoer van vis waren er eigen aangepaste koelwagens. Deze wagens waren alleen voor het transport van vis bestemd en hadden geen ventilatie nodig omdat de vis volledig in het ijs verpakt lag.
Interfrigo
De toenemende concurrentie van vrachtwagens met koelmachines was voor de West-Europese spoorwegen aanleiding om de samenwerking te intensiveren. Alle activiteiten in het gekoeld transport werden in 1949 samengebracht in de "Société Ferroviaire Internationale de Transports Frigorifiques" (Interfrigo) als een gezamenlijke overkoepelende organisatie. Het bedrijf was gevestigd in Brussel, de operationele activiteiten werden beheerd vanuit Basel. In het begin was er een samenwerkingsovereenkomst met de spoorwegen van België, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Nederland en Zwitserland. Na een paar jaar hadden zich al vijftien Europese spoorwegmaatschappijen aangesloten bij Interfrigo. Al het internationale koelverkeer van de spoorwegen werd sinds die tijd toevertrouwd aan Interfrigo.
Na enige tijd later waren er isothermwagens met wanden in metaal en met betere isolatiematerialen ontwikkeld. Tevens kregen ze elektrisch aangedreven ventilatoren. Pas bij de invoering van een autonoom koelsysteem verdween het gebruik van ijsblokken en droogijs.
Voor het vervoer van alle gekoelde produkten gebruikte Interfrigo deels de koelwagens van de aangesloten spoorwegmaatschappijen, deel eigens koelwagens. In 1952 telde Interfrigo 525 eigen koelwagens, in 1960 waren het er al 1710, in 1970 al ruim 7000 wagens!
Na-oorlogs
In 1949 werden door Werkspoor 100 van deze koelwagens in dienst gesteld. Het waren geïsoleerde wagens met dubbel uitgevoerde wanden, waarbij de buitenkant met plaatstaal bekleed was. In elke zijwand zaten dubbele zwaar geïsoleerde deuren. Tegen de kopse wanden bevonden zich ijskasten, welke via het dak met droogijs gevuld konden worden. Op de vier hoeken van de wagen waren luchtverdichters aangebracht, die ervoor zorgden dat de lucht met grote snelheid door het ijs werd geblazen om de inhoud van de wagon koel te houden.
| NS CHVP 26701 - 27800 |
Deze wagens worden gebruikt voor het vervoer van fruit, groenten en vlees, maar ook voor aardappelen en kaas en verschillende andere producten zoals bloemen, boter en eieren. Het vervoer van vis gebeurde met koelwagens die alleen voor het visvervoer voorbehouden werden. Om de luchtstroom constant te houden waren op het dak vijf ventilatoren geplaatst. Tijdens het rijden zorgen deze ventilatoren voor de nodige circulatie en afvoer van de lucht. Bij koelwagens zonder ventilatoren was er alleen koeling van de lucht in de wagen door de ijsblokken. |
Deze koelwagens hadden een beperkte isolatie waarbij de dubbele wanden gewoonlijk werden opgevuld met kurk. Al met al bevielen deze wagens maar matig, waardoor in 1959 al 43 wagens werden afgevoerd en 55 stuks verbouwd. Bij deze 55 wagens werden de dakventilatoren en de luchtverdichters verwijderd. Onder de deuren kwam een versteviging om verzakking van de drempels tegen te gaan. Rond 1970 begon men deze koelwagens definitief af te voeren.
De onderstellen van de 43 afgevoerde wagens werden gebruikt voor de bouw van particuliere ketelwagens (Trading, PAM, Calpam, Fina, Pieter Bon) en een als platte wagen voor Staatsmijnen.
Het bananenvervoer werd vanaf de vijftiger jaren helemaal verzorgd door Interfrigo.
Dit gebeurde deels in gehuurde wagens van de spoorwegmaatschappijen, maar steeds vaker in eigen koelwagens.
Bewaard
Van de houten bananenwagens is helaas alles afgevoerd en gesloopt.
Ruim 20 onderstellen van buiten dienst gestelde bananenwagens werden door de 'Steenkolen Handels Vereniging' (SHV) eind jaren vijftig gehuurd voor slechts één gulden per jaar. Die onderstellen werden gebruikt om er ketelwagens van te maken en reden daarna voor PAM en Calpam (Chevron). Maar voor 1970 werden deze onderstellen afgevoerd, het UIC stelde dat glijlagers niet meer gebruikt mochten worden.
In model
Echte originele nederlandse banenwagens zijn er heel weinig.
Wel fantasielose, maar goedbedoelde duitse modellen voorzien van nederlandse opschriften, maar daar wil ik het niet over hebben!
Philotrain presenteerde in 1987 onder catalogusnummer 19 (A,B,C,D) de CHV koelwagen 26000-serie in de uitvoering van de jaren vijftig.
Deze wagens waren leverbaar als Leverbaar als S-CHVP Interfrigo, CHPW Frico, S-CHIZ viswagen en S-CHV Fyffes.
In 2002 was er een samenwerkingsovereenkomst tussen Philotrain en Totaltrain, onder catalogusnummer 870/46 kwamen de 'echte' Fyffes bananenwagens NS CHPL 27421-27545 in de uitvoering van de jaren vijftig.
In 1996 kwam Maykel Kastelijn van MK Modelbouwstudio's met een schitterend messing bouwpakket van de CHP en CHPW-bananenwagens met en zonder remhuis. Helaas was hij uitgegaan van een verkeerde tekening, waardoor het model iets te hoog was.
Foto's
|
Afleverfoto van de koelwagen voor bananen SS 70721, bouwjaar 1915. De firma Wambersie gebruikte in het begin engelse tekst voor hun produkten, na een paar jaar werd dit vernederlandst. | | foto Geheugen van Nederland 1915 |
|
Zo ging het vroeger, het lossen van bananen in de Rotterdamse haven in de verbouwde grijze Staatsspoorwagens. Op de bodem lag een dikke laag stro en daar werden de trossen bananen tweehoog opgelegd. De rest van de wagen bleef leeg! Daarom hadden ze flink wat wagens nodig. | | Rotterdam, 1915 |
|
Lossen van bananen in de Rotterdamse haven na de Tweede Wereldoorlog. | | Rotterdam, 1948 |
|
Lossen van bananen in de Rotterdamse haven. | | Rotterdam, 1948 |
|
NS CHP 27629 wachtend op inzet. | | 1944 |
|
Ter zijde gesteld voor sloop, bananenwagen NS CHIB 27643 Interfrigo verzorgde in toenemende mate het vervoer van deze vruchten. | | Veenendaal, 1958 |
|
Gekoeld bananenvervoer na de oorlog met een 'witte' koelwagen CHVP van de NS. | | Amersfoort, 1951 |