RIJTUIGEN Plan E in MODEL
Last edited November 14, 2014 |
door Gerard van de Weerd |
Na de oorlog werden er vele vooroorlogse -vooral houten- rijtuigen afgevoerd. Ook
veel oudere stalen rijtuigen gingen al zo'n 30 jaar mee en voldeden niet meer aan
de huidige eisen. De NS wilde vooral de binnenlandse sneltreindienst verder uitbreiden
en bestelde daartoe in 1953 nieuwe getrokken rijtuigen. Deze bestelling is bekend
geworden als Plan E en is onderverdeeld in vier series, namelijk 114 C-rijtuigen,
46 B-rijtuigen en 26 CKD-rijtuigen en 23 Postrijtuigen. De C-rijtuigen en de postrijtuigen
werden gebouwd door Werkspoor in Utrecht, de overige door Beijnes in Beverwijk.
|
serie B 6501 - 6546
|
serie C 6601 - 6714 |
|
|
serie CKD 6901 - 6926 |
|
|
serie P 7921 - 7943
|
|
type |
bouwplan
|
in dienst
|
nummer in 1956
|
fabrikant |
De A, B en C staan voor de 1e, 2e en 3e klasse.
De "d" is de aanduiding voor doorgangsrijtuig en 8 of 9 het aantal coupé's.
De "b" houdt "beperkt gebruik" in voor binnenlandse treinen. Omstreeks 1960 verviel
de aanduiding "d".
De "K" betreft keuken en "D" is voor bagageruimte.
De benaming van de restauratierijtuigen werd omgezet naar RDz waarbij de "z" aangaf
dat deze rijtuigen geen toilet hadden.
|
Bd8b |
Plan E
|
1955-1956
|
6501 – 6546
|
Beijnes
|
Cd9b
|
Plan E
|
1954-1956
|
6601 - 6714
|
Werkspoor
|
CKDd
|
Plan E
|
1955-1956
|
6901 - 6926 |
Beijnes
|
Pd
|
Plan E
|
1955
|
7921 - 7930
|
Werkspoor
|
Pd
|
Plan L
|
1958
|
7931 - 7943
|
Werkspoor
|
Het was de grootste rijtuigserie die de NS ooit gekend heeft. De plan E-rijtuigen
waren bestemd voor de elektrisch getrokken treinen, die de stroomlijnstellen moesten
gaan vervangen. Als tractie dienden meestal de elocs van de series 1100, 1200 en 1300.
De stroomlijnstellen namen op hun beurt de plaats weer in van het elektrische buffermateriaal
mat'24, dat buiten dienst gesteld zou worden.
De restauratierijtuigen hadden de grootste keukens van al het binnenlands materieel.
De postrijtuigen werden in twee deelseries geleverd, de serie 7921 - 7930, gebouwd
in 1955 (plan E) en de vervolgserie 7931-7943 in 1958 (plan L). Deze rijtuigen waren
eigendom van de Posterijen en zijn nooit voorzien geweest van reclamebanen. Boven
en onder de postschilden stond de tekst: Nederlandse Posterijen (in de nieuwe spelling,
dus zonder sch).
Rijtuigindeling
De nieuwe rijtuigen weken volledig af van alle op dat moment rijdende getrokken rijtuigen.
De indeling van de rijtuigen was afgeleid van de pas afgeleverde treinstellen mat
'46. De balkons bevinden zich op ¼ en ¾ van de lengte, waardoor vlot in- en uitstappen
bevorderd wordt. De balkons zijn groter dan die bij het plan D-materieel. Het aantal
zitplaatsen is daarbij wel gelijk gebleven, in de B 48 stuks en de C 72 stuks.
B
|
Aan beide kopse kanten bevindt zich een toilet en een open ruimte voor 12 reizigers.
Een zijde is voor de rokers, de andere voor de niet-rokers. Meer naar het midden toe
zijn de beide balkons. In het middendeel van het rijtuig zijn 4 afsluitbare coupé's
met elk 6 zitplaatsen eerste klasse. De 2e klasse kenden afsluitbare afdelingen waarin
tegenover elkaar 3 personen in de breedte konden zitten op banken met blauw geruite
trijp.
|
C
|
Ook hier bevindt zich aan de beide kopkanten een toilet en een open ruimte voor 16
reizigers. Een zijde is voor de rokers, de andere voor de niet-rokers. Meer naar het
midden toe zijn de beide balkons. In het middendeel van het rijtuig is een open ruimte
voor 40 reizigers tweede klasse. Omdat deze 3e klasse rijtuigen een grotere zitplaatscapaciteit
kenden waren de schuifdeuren breder dan bij de andere rijtuigen plan E. De 3e klasse
had alleen maar open afdelingen met over de gehele lengte een middendoorloop. In de
breedte konden vier personen zitten, aan beide zijden van het gangpad waren banken
aangebracht overtrokken met blauw kunstleder.
|
CKD
|
Bij de bouw was deze wagen over de gehele lengte voorzien van een zijgang. In de keuken
was een kolenfornuis, elektrische koelkast, ijskast, aanrecht en een bergruimte aangebracht.
Tegen de keuken kwamen vier coupé's 3e klasse voor 8 personen. In de coupé's konden
tafels worden geplaatst zodat hier een restauratie afdeling ontstond. De banken waren
hier bekleed met blauw leerdoek.
|
P
|
De postrijtuigen waren uiterlijk gelijk aan de overige rijtuigen maar wat indeling
betreft afgeleid van de postrijtuigen plan C (D). In afwijking van de andere rijtuigen
plan E waren de kopdeuren uitgevoerd als dubbele schuifdeuren met aan de binnenzijde
een enkele tochtdeur. Het interieur was geheel open. De ruimte bij de schuifdeuren
werd gebruikt voor het opslaan van de poststukken en zakken. De sorteerafdeling was
voorzien van lange tafels waarboven sorteerkasten waren gemonteerd. In het dak waren
zes dakramen aangebracht. De beschildering was gelijk aan de overige plan E rijtuigen.
Omdat de postrijtuigen eigendom waren van de PTT kregen zij de Nederlandse wapens
met de tekst Nederlandse posterijen. Boven de brievenbus was een wit emaillen briefembleem
aangebracht.
|
Constructie
De rijtuigbak was helemaal van staal en elektrisch gelast. Over de gehele lengte was
het onderstel voor de stijfheid voorzien van een gegolfde stalen vloer. Het geraamte
en de plaatbekleding van de bak vormden een geheel met het onderstel zodat een zelfdragende
constructie verkregen was. De zijwanden liepen aan het einde van het rijtuig iets
voorbij de kopwand, zodat bij gekoppelde rijtuigen een samenhangend geheel werd verkregen.
De rijtuigvloer was aan de bovenzijde afgedekt met kurk, de onderzijde was met geluiddempende
vezels bespoten.
Aan beide einden van de zijwand was bij diverse rijtuigen een uitsparing aangebracht
voor een handgreep voor de rangeerders. Deze waren bij diverse rijtuigen uit 1954
en 1955 aangebracht. De rijtuigen uit 1956 kregen deze handgrepen niet meer.
Aan de binnenzijde waren de zijwanden, kopwanden en het dak bespoten met asbest voor
verbetering van de warmte-isolatie en ter vermindering van geluidsoverlast. In de
kopwand was een enkele houten schuifdeur voor de overgang aangebracht.
De draaistellen type N waren elektrisch gelast. Omdat deze rijtuigen op recht spoor
bij hogere snelheden een slingerende gang vertoonden werden de draaistellen aan het
eind van de jaren zestig voorzien van een trekstang.
De rijtuigen waren makkelijker in onderhoud (wassen) door de vlakke zijwanden, zonder
vele in- en uitspringende delen.
Door de middenbalkons gaat het in-en uitstappen van reizigers sneller dan bij eindbalkons.
Kleuruitvoering
De plan E rijtuigen hebben hun gehele leven in het berlijnsblauw, afgezet met gele
biezen rondgereden. De belettering op de wagenbak was wit. De schorten en het dak
waren donkergrijs, de draaistellen zwart. Vanaf 1970 kregen zij het witte NS-logo
en lichtblauwe reclamebanen.
Alleen na 1985 zijn enkele plan E rijtuigen in hun uitmonstering als dienstrijtuig
in andere kleuren uitgevoerd geweest.
Wijzigingen
Vanwege de Europese klassewijziging in juni 1956 kregen de derde klasse rijtuigen
tweede klasse borden en de tweede uiteraard eerste klasseborden. Zodoende verkreeg
men de series A6501 , B6601 en BKD6901.
Het comfort van de keuken in de restauratierijtuigen voldeed niet helemaal aan de
verwachtingen. Vandaar dat men tussen 1960 en 1962 en later nog in 1969 deze rijtuigen
onderhanden nam.
Plan E was niet voorzien van een RIC-teken en mocht dus niet naar het buitenland toe.
Een uitzondering betreft de zomer van 1966, toen reden wel enkele tweedeklassers plan E naar Koblenz toe. Maar dat had te maken met de verlate instroom van plan W1 en de elektrificatie Arnhem-Emmerich. Omlooptechnisch bleef de NS-eloc uit Emmerich voor de trein in Arnhem (in tegenstelling tot de diesels en stoom daarvoor). Wat in Arnhem voorin zat, was na kering in Amsterdam achter, dus liep het oorspronkelijk Duitse deel nu naar Nijmegen en het Nijmegen deel naar Emmerich en verder. In het najaar waren voldoende plan W's in dienst en vervielen de buitenlandse uitstapjes.
Alleen de postrijtuigen van serie P 7921-7943 hadden een RIC gekregen en waren daarom
toelaatbaar in België en Duitsland. Dat duurde tot 1960, in dat jaar werd het RIC-teken
verwijderd bij de postrijtuigen P 7921-7935. De rijtuigen P 7936-7940 behielden hun
RIC-teken.
De 6603 werd omstreeks 1960 als proef met luchtgeveerde draaistellen uitgerust.
In 1964 werden bij de rijtuigen bestemd voor de binnenlandse dienst de tweede klasseplaten
op de zijwanden verwijderd. Om toch duidelijk aan te geven welke rijtuigen voor de
eerste klasse bestempeld waren werden deze voorzien van een brede gele bies aan de
bovenzijde van het rijtuig.
In de tweede helft van 1968 werd de twaalfcijferige internationale UIC-nummering ingevoerd.
De vooroorlogse nummering verviel en vanaf toen prijkte op elk rijtuig het nieuwe
lange nummer. Voor Nederlandse rijtuigen begon dit nummer met 50 84.
Vanaf 1969 werden de rijtuigen in het kader van Spoorslag 70 voorzien van het witte
NS-vignet. In de loop van de zeventiger jaren kregen de rijtuigen ook nog drie lichtblauwe
reclamebanen.
In 1969 werden de A-rijtuigen en de RD-rijtuigen tijdens revisies voorzien van automatische
deursluiting. Zij kregen daartoe een doorgaande UIC kabel en een hoofdreservoirleiding
zodat samen met de plan W de deuren centraal gesloten konden worden. De hoofdreservoirleiding
was onder de wagen aangebracht, de UIC kabelpijp liep over het dak heen. De nieuwe
plan W rijtuigen beschikten al over deze deursluiting.
De postrijtuigen kregen geen centrale deursluiting, maar er werden wel leidingen aangebracht
zodat ze ook midden in een trein geplaatst konden worden.
De B-rijtuigen kregen de doorgaande hoofdreservoir leiding voor de automatische deursluiting
pas bij revisies in de tweede helft van de jaren '70. De doorgaande UIC kabel op het
dak hebben de B's op een uitzondering na niet gekregen.
Tijdens grote revisies tussen 1968 en 1974 werd het interieur opgewaardeerd. De eerste
klasse banken kregen een roodgestreepte trijpstof, de tweede klasse groene leerdoek
bekleding. In zowel de eerste als tweede klasse rijtuigen werd een van de beide toiletten
compleet met wand verwijderd, waardoor er meer klapzittingen aangebracht konden worden.
Het was geen cosmetische ingreep, want aan de buitenkant viel er niets van te zien,
de waterluiken in het dak en het klapraam bleven zitten.
Bij Weesp brak op 30 november 1971 brand uit in plan W 504. Dit rijtuig werd zwaar
beschadigd en rijp voor de sloop. Bij het aangrenzende rijtuig A 6522 brandde hierdoor
een van de coupé's uit. Originele ramen waren niet meer voorhanden en dit Plan E-rijtuig
kreeg toen een coupé met driedelinge schuiframen van het Plan W-rijtuig 21.504.
Begin jaren tachtig heeft men bij enkele tweedeklasse rijtuigen proeven gedaan
met statische omvormers voor de voeding van de batterijen. De omvormers zijn in een
toilet geplaatst. Het desbetreffende toiletraam werd aan de buitenzijde dichtgemaakt.
Als extra herkenning werd het rijtuignummer voorzien van het symbool van een gelijkrichter.
De rijtuigen werden verder gewoon gebruikt in de reizigersdienst.
Na een paar jaar zijn de omvormers weer verwijderd, het toilet keerde niet meer terug!
|
Het comfort van de keuken in de restauratierijtuigen voldeed niet helemaal aan de
verwachtingen. Vandaar dat men tussen 1960 en 1962 alle restauratierijtuigen van de
serie 6901-6926 ging aanpassen. Hierbij werden de vier coupé's uitgebroken en vervangen
door een open restauratieafdeling voor 22 personen, de vierde coupé werd bij de keuken
getrokken. Hierdoor kon de keuken uitgebreid kon worden met een elektrische koelkast
en ijskast. Tevens werd het kolenfornuis vervangen door een groter exemplaar. Bij
deze verbouwing vervielen de klasseborden en werd onder de ramen van de restauratieafdeling
de tekst "Restauratie" aangebracht.
Deze aangepaste rijtuigen kwamen nu in de nummerserie RD 6951 - 6973 terecht.
Tijdens een grote revisie in 1969 werden de keukens opnieuw gewijzigd. De bagage/restauratierijtuigen
serie RD 6951-6976 kregen een nieuwe keukeninstallatie met een grotere koelkast en
een elektrisch fornuis in plaats van het bestaande kolenfornuis. De hiertoe benodigde
elektriciteit werd geleverd door een omvormer, die op de 1500V treinleiding is aangesloten.
Ook kwam er een boiler en een koffiezetmachine. Daardoor verviel de vierkante schoorsteen
van het kolenfornuis tussen de watertank en ontluchter. Voor de ventilatie werd een
ontluchter aangebracht aan de zijkant op het dak tussen de keukenramen. De rijtuigen
kregen reclame banen, waarbij de tekst "Restauratie" op de zijwand verviel.
De banken in deze rijtuigen werden nu met rood leerdoek bekleed.
In 1974 werden twee postrijtuigen aangepast voor de trekduwdiensten tussen Antwerpen
en Brussel. Later is er nog een omgebouwd ter vervanging van een rijtuig dat
in Brussel Zuid is verongelukt. Het aanpassen omvatte de nodige elektrische aanpassingen met
extra stuurstroomleidingen. Zij werden vernummerd van 51 84 00-30 036-5 en 51 84 00-30
037-3 naar 51 84 00-30 051-4 en 51 84 00-30 052-2. De rijtuigen kregen een brede gele
band onder de ramen. Boven het computernummer stonden de letters NS en het NS embleem
in het klein. Eind '82 kwam er aan de dienst van de postrijtuigen in de Benelux
al een einde.
Vernummeringen
voor 1956
|
tot 1968
|
na 1968
|
P |
7921 - 7943 |
P |
7921 - 7943 |
50840037 021 - 043 |
B |
6501 - 6546 |
A |
6501 - 6546 |
50841837 201 - 255 |
C |
6601 - 6714 |
B |
6601 - 6714 |
50842937 201 - 341 |
CKD
|
6901 - 6926
|
BKD
RD |
6901 - 6926
6951 - 6976 |
50848737 201 - 232 |
De tabel geeft de nummerwijzigingen weer tijdens de normale reizigersdienst.
Treinramp Harmelen
Op 8 januari 1962 botsten in dichte mist bij Harmelen twee reizigerstreinen op
elkaar, waarbij 91 doden en 54 gewonden vielen.
De ene trein was de stoptrein 464 Rotterdam- Amsterdam, die uit een vierwagenstel
en een tweewagenstel mat '46 was samengesteld.
De andere trein was sneltrein 164 Leeuwarden - Rotterdam. Deze was samengesteld uit
vier rijtuigen mat'24, zes rijtuigen plan E en 1 rijtuig planK en werd getrokken door
eloc 1131. De indeling was als volgt:
Sneltrein 164 had vertraging opgelopen. De rijwegen van beide treinen kruisten elkaar
bij de wisselstraat van Harmelen Aansluiting. Stoptrein 464 diende het spoor te kruisen
waarop sneltrein 164 kwam aanrijden. De sneltrein 164 had door de mist het gele sein
niet gezien en zette pas de remming in toen hij het rode sein zag. Waardoor de beide
treinen nagenoeg frontaal met elkaar in botsing kwamen.
Meer gegevens hierover te vinden op de Nederlands
enige Treinbeveiligings-site van Marc Pieters.
Dieseldienst
De Nederlandse Spoorwegen voerden in het voorjaar van 1970 een sterk verbeterde nieuwe
dienstregeling in onder de naam Spoorslag '70. Het moest een verbetering van de reizigersdienst
op de geëlektrificeerde en op de niet geëlektrificeerde baanvakken inhouden. De aanwezige
dieseltreinstellen waren niet voldoende voor de uitbreiding van de frequentie op de
diesellijnen, zodat men overwoog om getrokken treinen in te zetten voorzien van diesellocomotieven.
Vanzelfsprekend dacht men aan het inzetten van diesellocs van de 2200 serie.
In het kader van Spoorslag '70 werden tussen 1970 en 1972 43 B-rijtuigen aangepast
om dienst te doen bij trek-duw treinen met diesellocomotieven. Bij al deze rijtuigen
werden stuurstroomleidingen op het dak aangebracht en een retourstroomkabel voor de elektrische
treinverwarming aan de onderzijde. Op de kopwanden kwamen hiervoor extra koppeldozen.
Ook werden 11 rijtuigen nog voorzien van een eerste klasse afdeling. Het eersteklas
vervoer op de dieselbaanvakken is te laag voor een compleet eersteklas rijtuig, vandaar
dat de kopafdeling niet roken is ingericht voor het eerste klassevervoer. Er
werden zes tweezitsbanken in geplaatst. De gewijzigde afdeling kreeg aan
de buitenzijde een gele eersteklasse bies en naast de deur een sticker. Het roken
compartiment aan de andere zijde van de wagen werd gewijzigd in niet roken. Eén toilet
werd verwijderd en omgebouwd tot conducteursruimte.
Omdat de diesellocs niet beschikten over een hoogspanningsaansluiting voor de elektrische
verwarming, werden er energiewagens aan de trein toegevoegd. In de zomermaanden werden
deze energiewagens niet gebruikt.
De tractie werd verzorgd door twee diesellocomotieven serie 2200, één voor en één
achter de treinstam. Om de rijtijden te kunnen halen moesten beide locomotieven tegelijk
tractie leveren.
Ter onderscheid van de andere rijtuigen krijgen deze plan E's het computernummer voor
de tweede klasse 29 37 351-358 en 361-367, de AB's 3937 351-355. Onder het onderstreepte
nummerdeel zijn nog eens extra de letters DE aangebracht.
De diesel trek-duw treinen gingen rijden op de lijnen Arnhem - Winterswijk, Zwolle
- Enschede, Zwolle - Emmen, Groningen - Leeuwarden, Groningen - Nieuwe Schans,Groningen
- Delfzijl en Leeuwarden - Stavoren. De energiewagen reed alleen in de winterperiode
mee. De laatste trek-duw treinen reden in de zomerdienst van 1987. Na afloop hiervan
verhuisden de rijtuigen naar de lijn Zwolle - Maastricht ter vervanging van de elektrische
rijtuigen.
De AB's waren inmiddels gedeclasseerd tot B's, maar dat was niet altijd aan de buitenkant
te zien.
plan E
AB trekduw rijtuig
(11 stuks)
serie AB 5084 3937 351-363 |
|
plan E
B trekduw rijtuig
(32 stuks)
serie B 5084 2937 351-388 |
|
Energiewagens
Op de baanvakken Groningen-Leeuwarden, Groningen-Nieuwe Schans en Zwolle-Enschede
werd vanaf 1970 het dieselstroomlijnmaterieel vervangen door getrokken treinen met
DE-locs. De 2400 waren niet geschikt voor stuurstroomkoppeling met plan E, dat was
alleen maar voorbehouden aan de 2200-en. In de winter wordt de trein met een energiewagen
versterkt, omdat de diesellocs niet over hoogspanningsaansluitingen voor verwarming
beschikken.
|
|
De vroegere vierassige verwarmingswagens waren voor de stoomverwarming, deze nieuwe
wagens leveren elektrische spanning door twee dieselaggregaten voor de verwarming
van de rijtuigen.
De energiewagens zijn gebouwd door de firma Soulé in Frankrijk op onderstellen van
NS goederenwagens type Gs. De beide dieselaggragaten kunnen maximaal acht rijtuigen
met een vermogen van 160 kW bij een gelijkspanning van 1500V van energie voorzien.
Ook wordt 380V spanning opgewekt voor de verlichting. Het terugbrengen naar een 24V
verlichtingsspanning gebeurt in de rijtuigen zelf. De installatie werkt geheel automatisch
en maakt niet al te veel geluid. De dieselaggregaten zijn luchtgekoeld, waarmee men
de koelproblemen -waar de oudere dieselstroomlijnstellen last van hadden- hoopt te
vermijden. De extra kabel onder de plan E-rijtuigen is voor de retourstroom van de
elektrische verwarming. Normaal loopt de retourstrom bij elektrische baanvakken via
de rails. Bij de dieselbaanvakken mag dit niet, want anders wordt de beveiliging op
de dieselbaanvakken onbedoeld beïnvloed. De tweede extra 40-aderige kabel is voor
de stuurstroomdoorverbinding zodat de machinist de beide diesellocs kan bedienen,
die aan elke kant van de trein staan en allebei gelijktijdig nodig zijn tijdens het
rijden.
Fietsenrijtuigen
In de loop van de jaren tachtig leverde het massale fietsvervoer problemen op. De
bagageruimtes bij de Intercityrijtuigen waren ontoereikend voor het grote fietsvervoer.
Om voor meer laadruimte voor fietsen te zorgen werd in 1989 besloten om vier oude
postrijtuigen uit de series Plan E en Plan L aan te passen als fietsenrijtuig voor
de intercitydiensten Haarlem - Maastricht/Heerlen.
|
Van de postrijtuigen (30 052, 053 en de al in 1980 afgevoerde 039 en 040) werden de
sorteertafels en kasten verwijderd. Hoog langs de zijkanten werden fietsenrekken aangebracht.
Verder werd aan het interieur niets gewijzigd.
De buitenzijde kreeg het standaard Intercity-kleurenschema, dus blauw/geel en donkergrijs
dak. Op de blauwe deel kwamen zes grote fietspictogrammen. De vier rijtuigen werden
vernummerd in Df 50 84 92-37 001 tot 004.
De fietsenrijtuigen waren zo'n succes dat vanaf 1986 vier onverbouwde restauratie
rijtuigen als fietsenrijtuigen worden ingezet (87 206, 212, 216, en 222). Bij deze
wagens werden de grote restauratie pictogrammen vervangen door kleinere fietspictogrammen
die ook naast de bagagedeur werden aangebracht. De kopdeuren werden afgesloten om
het doorlopen van reizigers te voorkomen.
Eind jaren tachtig werden er nog steeds veel fietsen vervoerd in de zomer. In 1990
werden de vier vroegere restauratie fietsenrijtuigen door Hoofdwerkplaats Haarlem
helemaal leeggehaald en asbestvrij gemaakt. Daarna gingen ze naar de werkplaats van
Wagon Lits in Oostende om definitief aangepast te worden aan hun taak. Ook de voormalige
post-fietsrijtuigen werden daarna verbouwd door de werkplaats van Wagon Lits. Bij
de oud-restauratierijtuigen werd de smalle schuifdeur vervangen door een brede bagagedeur
en werden diverse ramen en de schuifdeur dichtgemaakt. De rijtuigen kregen op de koppen
een aanbouw met buisbalg. Bij de vroegere postrijtuigen verviel de middelste deur
en enkele ramen. Ook de dakramen werden dichtgemaakt. Op de plaats van de middelste
schuifdeur kwam een normaal plan E raam. De beschildering was weer in het standaard
Intercity-kleurenschema. Naast de schuifdeuren zaten fietspictogrammen.
De fietsenrijtuigen reden alleen in de zomerdienst in de treinen Haarlem - Maastricht/Heerlen
v.v. In de richting Amsterdam lopen de rijtuigen rechtstreeks achter de loc. Ook werden
ze gezien in de Ardennen expres.
De rest van het jaar stonden de rijtuigen over te Maastricht of werden voor meettreinen
gebruikt.
nummering Df |
Post |
50 84 92-37 001-2 |
P7939 |
50 84 92-37 002-0 |
P7940 |
50 84 92-37 003-8 |
P7937 |
50 84 92-37 004-6 |
P7938 |
|
|
nummering Df |
Restauratie |
50 84 92-37 005-3 |
CKD6914 |
RD6964 |
50 84 92-37 006-1 |
CKD6918 |
RD6968 |
50 84 92-37 007-9 |
CKD6910 |
RD6960 |
50 84 92-37 008-7 |
CKD6906 |
RD6956 |
|
Ongevallenwagens
In 1988 werden twee RD's 87 204 en 87 208 omgebouwd voor de ongevallentreinen van
Eindhoven en Utrecht. Hierbij werd de keuken verbouwd tot commandoruimte en er werd
een chemisch toilet aangebracht.
De restauratieafdeling bleef gedeeltelijk bestaan. In een gedeelte van de bagageruimte
werd een generator geplaatst, de rest van de bagageruimte en de conducteurruimte werd
een kleedruimte. Diverse ramen vervielen, evenals de vouwbalgen. Op de koppen kwamen
kop en sluitlichten. De kleur was geel met een zeer groot NS embleem. De nieuwe nummers
waren 80 84 978 2 507 en 506. In 2000 werden beide rijtuigen afgevoerd.
150 jaar feest
Ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de Nederlandse Spoorwegen in de zomer
van 1989 werd er bij Utrecht allerlei spoorwegmateriaal opgesteld. De replica van
een van de eerste stoomlocomotieven de Arend reed zijn rondjes en vele modelbanen
waren te zien in de Jaarbeurshallen. Behalve tentoonstellingen en materieelshows organiseerde
de NS ook rondritten door Nederland met diverse treinen. Om historisch voor de dag
te komen had men behoefte aan oude rijtuigen. Het enige waar nog een handjevol van
over was waren nog een paar plan E-rijtuigen. Enkele hiervan werden opgeknapt en voorzien
van derde klasse borden en teruggenummerd naar C6703, 6712, 6714, 6669, 6625 en Ckd
6925. Ze reden vele ritten door ons land met Nederlandse en buitenlandse tractie,
zowel met stoom als met elektrisch.
Treinsamenstellingen
De plan E-rijtuigen waren bekende vertegenwoordigers van personentreinrijtuigen in
de jaren '50, '60 en '70, waarbij heel Nederland hun inzetgebied was. De hoofdmoot
voor het getrokken binnenlands materieel in de jaren '60 en '70 werd gevormd door
de rijtuigen plan E.
Door de instroming van plan E-rijtuigen konden de rijtuigen plan D volledig ingezet
worden ten behoeve van de buitenlandse dienst.
Het grootste deel van het binnenlandse reizigersvervoer werd gereden met elektrische
treinstellen (mat.'36 tot mat.'64) en de dieseltreinstellen. Omstreeks de jaren '70
springen een paar trajecten er uit wat betreft het rijden met getrokken materieel:
Zandvoort - Maastricht/Heerlen, Amsterdam - Eschede/Duitsland en Amsterdam - Roosendaal/België.
Met bediende restauratie werd gereden op Zandvoort - Amsterdam - Maastricht/Heerlen
en Amsterdam - Enschede.
Hoewel een getrokken trein uit een groot aantal rijtuigen kan bestaan, is er toch
een bepaalde basiseenheid aanwezig. Vooral in de rustige uren bestaat de trein uit
zo'n basiseenheid, een 'stam' genoemd. Aan deze stam kunnen extra rijtuigen worden
toegevoegd, in spoorwegtermen 'versterkingsrijtuigen' genoemd. Tijdens spitsuren kunnen
er soms zoveel rijtuigen bijgeplaatst zijn, dat de oorspronkelijke stam is verdubbeld.
Ook worden wel twee stammen tijdens de spits samengevoegd tot één trein.
Traject Zandvoort - Maastricht/Heerlen omstreeks 1967/1968. Als we dit traject nader
bekijken, dan blijkt dat de basislengte, de stam uit de combinatie B9b + A8b + RDz
+ B9b + B9b, allemaal rijtuigen plan E bestaat. In de spitsuren werden er vooral rijtuigen
B9b aan toegevoegd. Voor het Zandvoortse traject hield men 15 A8b's en 11 B11 rijtuigen
(plan W) achter de hand. In de jaren '60 reed men wel met treinen tot aan 16 rijtuigen,
in de jaren '70 ging men niet verder dan zo'n 14 stuks.
In de 80er jaren kwamen als versterkingsrijtuigen ook plan K, N en W voor. Met de
komst van ICR in de 80er jaren kwamen in de intercitytreinen steeds meer van deze
rijtuigen te rijden totdat plan E volledig uit deze serie's verdween. Als laatste
reden ze op de lijn Roosendaal - Zwolle totdat ze in 1989 alle afgevoerd waren.
De postrijtuigen reden hun eigen diensten, en werden aldus gecombineerd met alle soorten
materieel. Ze reden wel bijna altijd direct achter de locomotieven om de reizigers
niet te hinderen. Ook werden de postrijtuigen getrokken door motorposten mat '24 en
de serie mP 3000.
Treinsamenstellingen voor
de plan E-rijtuigen in de beginjaren vindt u hier.
Aan alles komt een eind!
De plan E is een rijtuig met vele kanten. In hun laatste jaren werden vooral de eersteklasse
rijtuigen nog ingezet als versterkingsrijtuig.
Eind jaren tachtig betekende helaas het einde van de grote serie plan E-rijtuigen.
Ze waren helemaal op en gingen allerlei mankementen vertonen, zoals zwaar lopende
schuifdeuren, niet werkende verlichting en verwarming. In grote aantallen zijn zij
tussen 1985 en 1989 afgevoerd, slechts enkelen werden verbouwd tot dienstrijtuig.
Het heeft wel meerdere jaren geduurd voordat de hele serie, op enkele dienstwagens
na, gesloopt was. Een probleem was vooral het verwijderen van asbest voordat de sloper
aan het werk kon.
Plan E-rijtuigen werden op meerdere plaatsen gesloopt, onder andere in Mijdrecht (t/m
1986), in Westhaven (t/m 1987 en in 1992), op de Binckhorst (eind 1987) en in Arnhem
Goederen (1990).
Bewaard
Van de oorspronkelijk 208 rijtuigen van Plan E/L is maar heel weinig bewaatd gebleven.
Waarom? Geen idee, het was zo mooi geweest als diverse museumbedrijven hier mooie
treinstammetjes mee hadden kunnen maken. Maar helaas, bijna al dit materiaal is omgesmolten
in de hoogovens.
De Stichting Historisch Dieselmaterieel heeft
enkele Plan E-rijtuigen in hun collectie weten op te nemen. Het betreft de C 6609,
C 6712, CKD 6906, CKD 6908, CKD 6918 en de P 7940. Al deze rijtuigen zijn enige tijd
opgenomen geweest in het NS-dienstwagenpark en daarbij grondig veranderd. Het zal een hele toer
worden om deze rijtuigen weer in de oorspronkelijke uitvoering terug te brengen!
Het Nederlands Spoorwegmuseum beschikt
over een fraai gerestaureerd rijtuig, de C 6703, die weer is teruggebracht naar de
oorspronkelijke uitvoering als derde klasser in het berlijnsblauw met gele biezen.
Ook beschikken zij nog over fietsenrijtuig 50 84 92-37 007-9 (CKD6910) in de IC-kleuren.
De Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij beschikt
nog over de tot verblijfsrijtuig verbouwde CKD6904, die in 1989 is verbouwd tot begeleidingsrijtuig
voor de ongevallenkraan van Eindhoven.
Rijtuiglinks
Andere gegevens over het grootbedrijf in tabelvorm zijn ook te vinden op:
de
site van Martijn Haman
de
site van Niels Karsdorp.
Ter ontspanning, laat even een stammetje
plan E 's het scherm passeren !
Modeluitvoering:
|
|
Plan E-rijtuigen in model. Op de linkse foto twee postrijtuigen achter een motorpost,
op de andere foto een personentrein op het viaduct bij Delft bij vertrek uit station
Ravenhage. Deze modulen zijn gemaakt door de leden van de Hollandsch Spoor Modelspoorgroep.
De rijdende modellen zijn ontstaan uit Roco en Lima/Mastica. |
De Oude Lijn modulen tijdens de Bristol Model Railway Exhibition in Engeland, 1991. |
(foto's Gerard van de Weerd) |
De rijtuigen plan E werden al omstreeks 1977 uitgebracht door Lima.
Destijds was te koop de NS 1200 in het blauw met een eerste klasser, een tweedeklasser
en het restauratierijtuig. Alle opschriften waren geel in plaats van wit en om te
koppelen was een gigantische koppelhaak aangebracht. Een interieur was niet aanwezig.
De prijs was ook voor tijd alleszins acceptabel. Jarenlang heeft Lima deze rijtuigen
in ongewijzigde vorm uitgebracht, zij het dat de opschriften naderhand in het wit
gedrukt werden.
Märklin leverde zo'n 30 jaar geleden al het postrijtuig plan L. Het is een echt collectors-item
geworden en moeilijk verkrijgbaar. Naderhand leverden ze ook nog de eerste en tweede
klasse rijtuigen erbij.
Omstreeks 1980 kwam de firma Mastica met bouwsetjes voor de plan E-rijtuigen. Alle
varianten werden aangeboden tot en met het postrijtuig toe. De rijtuigen konden van
een passend interieur worden voorzien en de ramen werden ingezet in de zijwanden.
In het begin betrof het ombouwsets op basis van de Lima modellen, naderhand rolden
ook de daken en draaistellen uit de machines van deze verdwenen Hillegommer firma.
In schaal N heeft Minitrix een complete set personenrijtuigen plan E uitgebracht.
Al vele jaren heeft de firma Kleinspoor specialistisch
dienstmaterieel in haar collectie, ook materieel gebaseerd op de inzet van plan E
rijtuigen. De produkten varieëren van nummersets tot compleet gegoten rijtuigkappen.
Ook MK Modelbouwstudio's heeft mooie bouwpakketten van de serie plan E rijtuigen.
Op bestelling zijn alle vier de varianten (A, B, RD en P) verkrijgbaar.
Sinds 2007 levert Artitec uit Amsterdam een complete serie Plan E rijtuigen uit voor schaal 1 : 87.
Het zijn prachtige modellen, heel precies gedetailleerd en exact op schaal! Ook het interieur is goed weergegeven, tot aan het toilet toe!
Gekozen is voor meerdere periodes, namelijk de jaren 1954 - 1956 (tweede en derde klasse), de jaren 1958 - 1968
(eerste en tweede klasse) en de jaren erna met computernummering, vignetten en reclamebanen.
Ook de aanpassingen ten behoeve van de dieselelektrische tractie zijn niet vergeten.
Alle series (A, B, RD en P) zijn leverbaar met verschillende nummers om werkelijkheidsgetrouwe treinstammen uit te beelden.
Nog meer:
|
Eerste klasse en restauratierijtuig, beiden behorend tot plan E, achter een eloc 1100. |
Haarlem, 1982 |
(foto Gerard van de Weerd)
|
|
Een plan E en een plan W-rijtuig bij vertrek uit Haarlem. De plan W is genummerd 5084
21-37 526-4, dit is een rijtuig uit de tweede serie van plan W. |
Haarlem, 1982. |
(foto Gerard van de Weerd) |
|
Het postrijtuig 50 84 00-37027-8 wacht op de volgende inzet (met als oorspronkelijk
nummer P7927). De eigenaar van deze rijtuigen was de Nederlandse PTT-Post, postrijtuigen
waren dan ook niet getooid met een NS-vignet. |
Zwolle, 1982. |
(foto Gerard van de Weerd) |
|
Achter de 1600 bevindt zich een stammetje plan E's, bestaande uit de combinatie B-RD-A-B-B. |
Zwolle, 1983. |
(foto Gerard van de Weerd) |
|
Het restauratierijtuig opgeknapt vanwege het 150-jarig bestaan van de Nederlandse
Spoorwegen. Het rijtuig is getooid met nummer CKD 6925. |
Utrecht, juli 1989. |
(foto Gerard van de Weerd) |
|
Bij de NS viert men feest. Speciaal vanwege het 150-jarig bestaan van de spoorwegen
in Nederland rijdt er een excursietrein naar Groningen. Een groot deel van de trein
bestaat uit voormalige C-rijtuigen. Speciaal voor deze gelegenheid zijn ze voorzien
van derde klasse nummerplaten. |
Utrecht, juli 1989. |
(foto Gerard van de Weerd) |
|
Een hele rij restauratierijtuigen staan hier terzijde gesteld. We zien hier rechts
de 508487-37 202-3 R (CKD 6902) en de 508487-37 225-4 (CKD 6921). |
Roosendaal |
(foto Gerard van de Weerd) |
|
Nog meer terzijde gestelde rijtuigen. In volle lengte zien we de 5084 29 39 353-3,
welke ook gebruikt is bij de diesel-elektrische dienst. Oorspronkelijk nummer C6708. |
Roosendaal. |
(foto Gerard van de Weerd) |
|
Adieu, mooie plan E !!
Er is veel te weinig bewaard van jullie. |
Haarlem, 1982. |
(foto Gerard van de Weerd) |
|
Het oud-verblijfsrijtuig RD6904 van de ongevallenkraan is nu in gebruik bij de ZLSM.
Het rijtuig staat hier bij de SSN gestald tijdens hun jaarlijkse stoomdagen op 11
en 12 oktober 2008.
|
Rotterdam, 11 oktober 2008 |
(foto Gerard van de Weerd) |
|
Klasse wijziging: |
|
Rijtuigcodering: |
|
1 juni 1956 (langste dag van dat jaar) |
|
A |
rijtuig eerste klasse |
|
|
|
|
B |
rijtuig tweede klasse |
|
Interieur banken: |
|
C |
rijtuig derde klasse |
oude tweede klasse
alias
latere eerste klasse
|
tot 1970 |
blauwgeruite trijp
|
|
D |
bagagerijtuig |
na 1970 |
roodgestreepte trijp |
|
K |
rijtuig met keuken afdeling |
|
|
|
|
P |
postrijtuig |
oude derde klasse
alias
latere tweede klasse
|
tot 1970 |
blauwgroen doek |
|
R |
rijtuig met restauratie afdeling |
na 1970 |
groene skai in de reizigersafdeligen |
|
b |
binnenland beperkt inzetbaar |
rood leerdoek in de restauratie afdelingen |
|
d |
doorgangsrijtuig, rijtuig met vouwbalgen |
|
|
|
|
AB |
rijtuig met 1e en 2e klasse |
|
|
|
|
RD |
rijtuig met restauratie en bagage afdeling |