©2005 Gerard van de Weerd |
Blokposten
In de spoorwegwet is vastgelegd dat er tussen de treinstations een verbinding moest zijn ten behoeve van de treindienst. Géén trein mocht een voorgaande volgen voordat het bericht was binnengekomen dat het volgende station helemaal bereikt was. In het begin werden al deze berichten met de telegraaf verstuurd. Toen bij toenemende drukte de treinen elkaar op minder dan stationsafstand moesten volgen, werden er tussen de stations seinposten ingericht. Deze seinposten (blokposten) waren voorzien van ‘blokseinpalen'. Als met de telegraaf / telefoon was doorgegeven dat de trein vertrok èn het blok was vrij, dan pas werd de blokseinpaal op veilig gesteld. Wanneer de trein in zijn geheel voorbij was, werd de blokseinpaal in zijn ruststand terug gelegd, op onveilig. De blokposten waren zeer divers van bouw, heel vaak als een klein houten huisje, soms als een seinhuis ingericht wanneer meerdere seinen of overwegen bediend werden, soms ook als een klein stationsgebouwtje, waarvan de stationsfunctie afgelopen was. Blokposten kregen vaak meerdere functies, meestal gecombineerd als overwegpost of in ons waterrijke land ook als brugpost.
Omstreeks de tweede helft van de vorige eeuw werd het elektrische blokstelsel ingevoerd. Hierbij kon met behulp van elektrische "bloksloten" bepaald worden of een spoorwegsectie al dan niet bezet was. In de loop der tijden ontstonden hierop diverse varianten, genoemd blokstelsel I, II, III, A, B en C. De verschillen hierbij betreffen vooral de wijze van elektrische uitvoering en de handelingsvolgorde van de seinhuiswachter. Op deze sytemen wordt hier verder niet ingegaan. Vaak trachtte men deze blokposten te combineren met overwegposten. Wanneer deze overwegposten op de vrije baan niet als blokpost fungeerden, werd de aankomst van een trein door middel van een melodieus ‘kloksein' aangekondigd. Zo'n kloksein bestond uit twee verschillende tonen na elkaar, die voor de ene treinrichting eenmaal en voor de andere treinrichting tweemaal afgespeeld werden. Op deze wijze wist de overwegwachter of de trein van station A of van station B afkomstig was. Tegenwoordig zijn alle overwegposten in Nederland verdwenen, de beveiliging geschiedt met aki's of ahob's.
Seinblok
Hier is een dubbelsporig baanvak gegeven met een station X, een station Z en tussenpost Y. De beveiliging is gebaseerd op het principe,dat zich in elk blok slechts één trein mag bevinden. Bestond tussenpost Y niet, dan was er voor elk spoor slechts één blok (X-Z en Z-X) aanwezig, zodat een van X vertrekkende trein eerst in Z moest zijn aangekomen, voordat van X de volgende trein mag vertrekken. Om een vlottere treinenloop te krijgen wordt een baanvak in meerdere blokken verdeeld. In dit voorbeeld is het mogelijk dat zich op elk spoor twee treinen bevinden, een in X-Y en de ander in Y-Z. Uit de figuur blijkt, dat voor treinrichting X-Z de blokseinpaal A al dan niet toegang kan geven tot het blok X-Y voor treinen welke van X willen vertrekken. De toegang tot blok Y-Z wordt beheerst door blokseinpaal C met bijbehorend voorsein Cv en bijbehorende mistbaak. Station Z wordt gedekt door afstandsseinpaal E1 / E3 met voorseinpaal Ev en baak. Hetzelfde geldt voor de seinpalen F, D en B voor de tegenovergestelde rijrichting. De seinpalen C en D worden bediend vanuit blokpost Y, waarbij de blokwachter ook de zorg heeft voor de overwegbomen. De seinpalen A en B behoren bij het bedieningsgebied van post I van station X , terwijl E en F door post II van station Z getrokken kunnen worden. Doorgaande stationssporen worden genummerd met de Romeinse cijfers I en II, alle andere sporen de cijfers 3 en hoger. Seinpalen worden oplopend genummerd met A, B, enzovoort. Rangeerseinen krijgen meestal nummers met P, Q en hoger. Seinposten worden veelal met Romeinse cijfers aangeduid.
1. |
Een echte blokpost, hier zien we blokpost Lent vlak voor de Waalbrug tussen Arnhem en Nijmegen. De blokpost is nu uitgeschakeld, de beide hoofdseinen en de niet zichtbare voorseinen staan op veilig. Lent, juli 1978 |
2. |
Deze brugpost draagt de zorg voor de armseinen en de draaibrug. Nieuwe Schans, augustus 1984 |
3. |
De post bij de Paterswoldseweg in Groningen. Behalve seinen valt ook de bediening van de overweg onder de hoede van de seinhuiswachter. Groningen, augustus 1982 |
4. |
Van deze seinpost is al een foto verschenen in een boek van omstreeks 1920. De overweg is zeer lange tijd bevloerd geweest met houten wegdelen. Wijlre-Gulpen, augustus 1979 |
5. |
De overweg- annex seinpost in Goor is wat moderner van uitvoering dan in de vorige afbeelding. Goor, 30 augustus 1986 |
|