N.V. NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN
|
Dienstorder No. 1254 |
UTRECHT, 21 April 1950.
|
***** |
|
NIEUWE LICHTSEINEN.
In afwachting van de desbetreffende wijziging van het Seinreglement, gelden waar reeds
lichtseinen volgens Dienstorder 1137 indienstgesteld zijn en voor nader bij Dienstorder
aan te wijzen gedeelten van de spoorweg, in plaats van de in het Seinreglement omschreven
seinpalen, de hierna omschreven lichtseinen.
A.
|
Lichtseinen getoond met één licht, dat de kleuren groen, geel en rood kan tonen;
|
B.
|
Lichtseinen getoond met twee in een verticale lijn geplaatste lichten, welke kunnen
tonen:
a. een groen of geel licht boven een wit licht;
b. twee groene lichten;
c. één groen, geel of rood licht, waarbij het andere licht gedoofd is.
|
C.
|
Lichtseinen getoond met drie in een verticale lijn geplaatste lichten, welke kunnen
tonen:
a. combinaties van de kleuren wit en groen of van wit en geel;
b. één rood licht, waarbij de beide andere gedoofd zijn.
|
Lichtseinen met één licht.
1. Hoog geplaatste lichtseinen met één licht.
No. |
Afbeelding
|
Omschrijving van het seinbeeld,
des daags en des nachts
|
Betekenis
|
Geldt voor
|
Aanwijzingen voor de
dienstuitvoering
|
1
|
|
één groen licht
|
volle toegelaten snel-
heid
|
treinbe-
wegingen |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor zijn trein ten hoogste toege-
laten snelheid voorbijrijden. |
No. |
Afbeelding
|
Omschrijving van het seinbeeld,
des daags en des nachts
|
Betekenis
|
Geldt voor
|
Aanwijzingen voor de
dienstuitvoering
|
2
|
|
één geel licht
|
volle toegelaten snel-
heid, doch het vol-
gende sein toont
halt *)
|
treinbe-
wegingen |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein ten hoogste toege-
laten snelheid voorbijrijden.
Hij moet er op rekenen dat
het volgende sein „halt” of
„onveilig” zal tonen. |
3
|
75 fl. per min. |
één geel flikkerlicht
(75 flikkeringen per minuut) |
1e. binnen remweg-
afstand volgt het sein „halt” of
2e. voorzichtig rijden
|
treinbe-
wegingen |
De machinist moet er zich rekenschap van geven, dat:
1e. de trein het volgende
lichtsein, dat halt toont
reeds binnen remweg-
afstand genaderd is óf
2e. de trein binnenkomt op
kopspoor ofwel dat hij
om andere in de Ver-
klaring der Seinen ver-
melde redenen voorzichtig
moet rijden.
|
4
|
|
één rood licht |
halt
|
treinbe-
wegingen |
De machinist mag het licht-
sein niet voorbijrijden. |
*) Tussen dit en het daarop volgend lichtsein „halt” kan een lichtsein voorkomen,
dat geel flikkerlicht toont met 75 flikkeringen per minuut.
Aanhangsel Dienstorder 1254 - 1 /
6 -
2. Laag geplaatste lichtseinen met één licht
No. |
Afbeelding
|
Omschrijving van het seinbeeld,
des daags en des nachts
|
Betekenis
|
Geldt voor
|
Aanwijzingen voor de
dienstuitvoering
|
5
|
|
één groen licht
|
Binnen de grenzen
van een station:
lage snelheid;
daarbuiten:
volle toegelaten snel-
heid |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende lage snel-
heid voorbijrijden.
Zodra hij buiten een station
is mag hij met de ter plaatse
voor zijn trein ten hoogste
toegelaten snelheid rijden. |
6
|
|
één geel licht |
lage snelheid, het
volgende sein toont
„halt”
|
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende lage snel-
heid voorbijrijden.
Hij moet er op rekenen dat
het volgende sein „halt” zal
tonen. |
7
|
75 fl. per min. |
één geel flikkerlicht
(75 flikkeringen per minuut)
|
1e. binnen remweg-
afstand volgt het
sein „halt” of
2e. voorzichtig rijden
|
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist moet er zich rekenschap van geven, dat:
1e. de trein het volgende
lichtsein, dat halt toont
reeds binnen remweg-
afstand genaderd is óf
2e. de trein binnenkomt op
kopspoor ofwel dat hij
om andere in de Ver-
klaring der Seinen
vermelde redenen
voorzichtig moet rijden. |
*) Tussen dit en het daarop volgend lichtsein "halt" kan een lichtsein voorkomen,
dat geel flikkerlicht toont met 75 flikkeringen per minuut.
**) Waar zulks in de Verklaring der Seinen is voorgeschreven gelden deze lichtseinen
óók voor rangeerbewegingen.
No. |
Afbeelding
|
Omschrijving van het seinbeeld,
des daags en des nachts
|
Betekenis
|
Geldt voor
|
Aanwijzingen voor de
dienstuitvoering
|
8
|
180 fl. per min. |
één geel flikkerlicht
(180 flikkeringen per minuut)
|
de beveiligingsinrich-
tingen geven geen
zekerheid dat het
spoor achter het
lichtsein niet bezet is. |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist moet er op
rekenen, dat het spoor
achter het lichtsein bezet is. |
9
|
|
één rood licht |
halt
|
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein niet voorbijrijden. |
B. Laag geplaatste lichtseinen met twee lichten ***)
10
|
|
groen licht
wit licht
|
Binnen de grenzen
van een station:
middensnelheid;
daarbuiten:
volle toegelaten
snelheid |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende midden
snelheid voorbijrijden.
Zodra hij buiten een station
is mag hij met de ter plaatse
voor zijn trein ten hoogste
toegelaten snelheid rijden. |
**) Waar zulks in de Verklaring der Seinen is voorgeschreven gelden deze lichtseinen
óók voor rangeerbewegingen.
***) Waar zulks in de Verklaring der Seinen is voorgeschreven, kunnen deze lichtseinen
óók hoog geplaatst zijn.
Aanhangsel Dienstorder 1254 - 2 /
6 -
No. |
Afbeelding
|
Omschrijving van het seinbeeld,
des daags en des nachts
|
Betekenis
|
Geldt voor
|
Aanwijzingen voor de
dienstuitvoering
|
11
|
|
groen licht
groen licht
|
midden snelheid, het
volgende sein toont
lage snelheid. |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende midden
snelheid voorbijrijden.
Hij moet, tot hij het volgen-
de sein kan waarnemen,
er op rekenen dat dit lage
snelheid toont. |
12
|
|
gedoofd
groen licht |
Binnen de grenzen
van een station:
lage snelheid;
daarbuiten:
volle toegelaten
snelheid |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende lage
snelheid voorbijrijden.
Zodra hij buiten een station
is mag hij met de ter plaatse
voor zijn trein ten hoogste
toegelaten snelheid rijden. |
13
|
|
geel licht
wit licht
|
midden snelheid, het
volgende sein toont
halt *)
|
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende lage snel-
heid voorbijrijden.
Hij moet er op rekenen dat
het volgende sein „halt” zal
tonen. |
*) Tussen dit en het daarop volgend lichtsein „halt” kan een lichtsein
voorkomen, dat geel flikkerlicht toont met 75 flikkeringen per minuut
**) Waar zulks in de Verklaring der Seinen is voorgeschreven gelden deze lichtseinen
óók voor rangeerbewegingen.
No. |
Afbeelding
|
Omschrijving van het seinbeeld,
des daags en des nachts
|
Betekenis
|
Geldt voor
|
Aanwijzingen voor de
dienstuitvoering
|
14
|
|
gedoofd
geel licht
|
lage snelheid, het
volgende sein toont
halt *) |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende lage snel-
heid voorbijrijden.
Zodra hij buiten een station
is mag hij met de ter plaatse
voor zijn trein ten hoogste
toegelaten snelheid rijden. |
15
|
75 fl. per min. |
gedoofd
geel flikkerlicht
(75 flikkeringen per minuut) |
1e. binnen remweg-
afstand volgt het
sein „halt” of
2e. voorzichtig rijden |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist moet er zich rekenschap van geven, dat:
1e. de trein het volgende
lichtsein, dat halt toont
reeds binnen remweg-
afstand genaderd is óf
2e. de trein binnenkomt op
kopspoor ofwel dat hij
om andere in de
Verklaring der Seinen
vermelde redenen
voorzichtig moet rijden. |
16
|
180 fl. per min. |
gedoofd
geel flikkerlicht
(180 flikkeringen per minuut)
|
de beveiligingsinrich-
tingen geven geen
zekerheid dat het
spoor achter het
lichtsein niet bezet is. |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist moet er op
rekenen dat het spoor
achter het lichtsein bezet is. |
*) Tussen dit en het daarop volgend lichtsein "halt" kan een lichtsein voorkomen,
dat geel flikkerlicht toont met 75 flikkeringen per minuut.
**) Waar zulks in de Verklaring der Seinen is voorgeschreven gelden deze lichtseinen
óók voor rangeerbewegingen.
Aanhangsel Dienstorder 1254 - 3 /
6 -
No. |
Afbeelding
|
Omschrijving van het seinbeeld,
des daags en des nachts
|
Betekenis
|
Geldt voor
|
Aanwijzingen voor de
dienstuitvoering
|
17
|
|
rood licht
gedoofd
|
halt |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein niet voorbijrijden.
|
C. Lichtseinen met drie lichten.
No. |
Afbeelding
|
Omschrijving van het seinbeeld,
des daags en des nachts
|
Betekenis
|
Geldt voor
|
Aanwijzingen voor de
dienstuitvoering
|
18
|
|
groen licht
wit licht
wit licht
|
hoge snelheid, het
volgende sein toont
ook hoge snelheid |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende hoogste
toegelaten snelheid voorbij-
rijden.
Hij mag, tot hij het volgende
sein kan waarnemen, er op
rekenen dat dit hoge snel-
heid toont. |
19
|
|
groen licht
groen licht
wit licht
|
hoge snelheid, het
volgende sein toont
midden snelheid |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende hoogste
toegelaten snelheid voorbij-
rijden.
Hij moet, tot hij het volgen-
de sein kan waarnemen, er
op rekenen dat dit midden
snelheid toont. |
**) Waar zulks in de Verklaring der Seinen is voorgeschreven gelden deze lichtseinen
óók voor rangeerbewegingen.
No. |
Afbeelding
|
Omschrijving van het seinbeeld,
des daags en des nachts
|
Betekenis
|
Geldt voor
|
Aanwijzingen voor de
dienstuitvoering
|
20
|
|
groen licht
wit licht
groen licht
|
hoge snelheid, het
volgende sein toont
lage snelheid |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende hoogste
toegelaten snelheid voorbij-
rijden.
Hij moet, tot hij het volgen-
de sein kan waarnemen, er
op rekenen dat dit lage
snelheid toont. |
21
|
|
wit licht
groen licht
wit licht |
midden snelheid |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende midden
snelheid voorbijrijden.
Hij moet, tot hij het volgen-
de sein kan waarnemen, er
op rekenen dat dit midden
snelheid toont. |
22
|
|
wit licht
groen licht
groen licht |
midden snelheid, het
volgende sein toont
lage snelheid |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende midden
snelheid voorbijrijden.
Hij moet, tot hij het volgen-
de sein kan waarnemen, er
op rekenen dat dit lage
snelheid toont. |
**) Waar zulks in de Verklaring der Seinen is voorgeschreven gelden deze lichtseinen
óók voor rangeerbewegingen.
Aanhangsel Dienstorder 1254 - 4 /
6 -
No. |
Afbeelding
|
Omschrijving van het seinbeeld,
des daags en des nachts
|
Betekenis
|
Geldt voor
|
Aanwijzingen voor de
dienstuitvoering
|
23
|
|
wit licht
wit licht
groen licht
|
lage snelheid |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende lage
toegelaten snelheid voorbij-
rijden.
Hij moet, tot hij het volgen-
de sein kan waarnemen, er
op rekenen dat dit lage
snelheid toont. |
24
|
|
geel licht
wit licht
wit licht |
hoge snelheid, doch
het volgende sein
toont halt *) |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein ten hoogste toege-
laten snelheid voorbijrijden.
Hij moet er op rekenen dat
het volgende sein halt of
onveilig zal tonen. |
25
|
|
wit licht
geel licht
wit licht |
midden snelheid, doch
het volgende sein
toont halt *) |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende midden
snelheid voorbijrijden.
Hij moet er op rekenen dat
het volgende sein halt of
onveilig zal tonen. |
*) Tussen dit en het daarop volgend lichtsein "halt" kan een lichtsein voorkomen,
dat geel flikkerlicht toont met 75 flikkeringen per minuut.
**) Waar zulks in de Verklaring der Seinen is voorgeschreven gelden deze lichtseinen
óók voor rangeerbewegingen.
No. |
Afbeelding
|
Omschrijving van het sein-
beeld, des daags en des nachts
|
Betekenis
|
Geldt voor
|
Aanwijzingen voor de
dienstuitvoering
|
26
|
|
wit licht
wit licht
geel licht
|
lage snelheid, doch
het volgende sein
toont halt *) |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein met de ter plaatse voor
zijn trein geldende lage
snelheid voorbijrijden.
Hij moet er op rekenen dat
het volgende sein halt of
onveilig zal tonen. |
27
|
geel licht
75 fl. per minuut |
een geel flikkerlicht
(75 flikkeringen
per minuut)
met twee witte lichten |
1e. binnen remweg-
afstand volgt het
sein „halt” of
2e. voorzichtig rijden |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist moet er zich rekenschap van geven, dat:
1e. de trein het volgende
lichtsein, dat halt toont
reeds binnen remweg-
afstand genaderd is
óf
2e. de trein binnenkomt
op kopspoor ofwel dat
hij om andere in de
Verklaring der Seinen
vermelde redenen
voorzichtig moet rijden. |
*) Tussen dit en het daarop volgend lichtsein "halt" kan een lichtsein voorkomen,
dat geel flikkerlicht toont met 75 flikkeringen per minuut.
**) Waar zulks in de Verklaring der Seinen is voorgeschreven gelden deze lichtseinen
óók voor rangeerbewegingen.
Aanhangsel Dienstorder 1254 - 5 /
6 -
No. |
Afbeelding
|
Omschrijving van het sein-
beeld, des daags en des nachts
|
Betekenis
|
Geldt voor
|
Aanwijzingen voor de
dienstuitvoering
|
28
|
geel licht
180 fl. per minuut |
een geel flikkerlicht
(180 flikkeringen
per minuut)
met twee witte lichten |
de beveiligingsinrich-
tingen geven geen
zekerheid dat het
spoor achter het
lichtsein niet bezet is. |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist moet er op
rekenen dat het spoor
achter het lichtsein bezet is. |
29
|
|
één rood licht |
halt |
treinbe-
wegingen
**) |
De machinist mag het licht-
sein niet voorbijrijden. |
**) Waar zulks in de Verklaring der Seinen is voorgeschreven gelden deze lichtseinen
óók voor rangeerbewegingen.
Dienstorder No. 1137 is hiermede vervallen.
DE DIRECTIE
Aanhangsel Dienstorder 1254 - 6 /
6 -
|