houten personenrijtuigen voor de binnenlandse dienst
TWEEASSIGE PERSONENRIJTUIGEN
Last edited August 30, 1998 |
door Gerard van de Weerd |
Het is een goede ontwikkeling dat er meer mogelijkheden zijn ontstaan om de Staatsspoorgeschiedenis van weleer in model uit te beelden. Behalve vierassige rijtuigen zijn er ook reeds enige twee- en drieassers verkrijgbaar.
Voor verdere gegevens omtrent de vierassers wordt verwezen naar de Philosophie nummer 37 van Philotrain, het jubileumnummer ter gelegenheid van het twintig jarig bestaan van deze Apeldoornse firma. Voor de overige in model verkrijgbare uitvoeringen wordt hier het een en ander verteld.
Bij de fusie tussen de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HSM)en de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS) in 1923 tot Nederlandsche Spoorwegen werden alle rijtuigen opnieuw genummerd. Bij de NS hanteerde men de volgende nummerindeling:
0001 - 1000 |
locaalspoormateriaal |
1001 - 2000 |
locaalspoormaterieel dat in treinen met grotere snelheid dan 60 km/h mag lopen |
2001 - 3000 |
2-assig hoofdspoormaterieel |
3001 - 3500 |
3-assig hoofdspoormaterieel zonder toiletinrichting |
3501 - 4000 |
3-assig hoofdspoormaterieel met toiletinrichting |
4001 - 4500 |
3-assig hoofdspoormaterieel zonder toiletinrichting en onbeperkt gebruik |
4501 - 5000 |
3-assig hoofdspoormaterieel met toiletinrichting en onbeperkt gebruik |
5001 - 6000 |
4-assig hoofdspoormaterieel zonder toiletinrichting |
6001 - 7000 |
4-assig hoofdspoormaterieel met toiletinrichting |
7001 - 8000 |
4-assig hoofdspoormaterieel voor D-treinen (internationale doorgangsrijtuigen met vouwbalg) |
8001 - 8500 |
tussenrijtuigen zonder toiletinrichting voor elektrische treinen |
8501 - 9000 |
tussenrijtuigen met toiletinrichting voor elektrische treinen |
9001 - 10000 |
motorrijtuigen voor elektrische treinen (bijvoorbeeld mat '24) |
De rijtuigen 3001-4000 mogen in reizigerstreinen welke sneller rijden dan 50 km/h en waarin meerdere rijtuigen op draaistellen lopen slechts achter deze draaistelrijtuigen gekoppeld worden. In grote lijnen heeft men bovengenoemd systeem aangehouden. Ook zijn twee-assige A, AB, B en P rijtuigen met toiletinrichting in de 2500-serie genummerd, terwijl die zonder closet in de 2001 serie zijn geplaatst. Bij de twee-assige C's en D's is geen nummeronderscheid aangehouden omtrent het al dan niet aanwezig zijn van toiletten.
DE RIJTUIGEN
twee assers bouwjaar 1870 |
NS C5 2126 - 2285 (SS C5 1,2,5,82,107...338) 5 x 10 zitplaatsen lengte 9,19m geleverd door MK MODELBOUWSTUDIO'S
|
|
NS C5 2315 - 2330 (SS C5 178 ... 261) 48 zitplaatsen lengte 9,19m geleverd door MK MODELBOUWSTUDIO'S
|
|
NS C5 2331 - 2337 (SS C5 128,130,131,134 - 137) 48 zitplaatsen lengte 9,19m geleverd door MK MODELBOUWSTUDIO'S
|
|
NS C5 2401 - 2434 (SS C5 112 ... 167) 5 x 10 zitplaatsen lengte 9,19m geleverd door MK MODELBOUWSTUDIO'S
|
|
C5 rijtuigen
Deze serie tweeassers werden gebouwd tussen 1863 tot 1889. Vanwege deze lange bouwtijd zijn deze 160 exemplaren niet allemaal identiek, sommige waren voorzien van extra zijramen. Fabrikanten hiervan waren ondermeer Beynes, Nivelles, Damlust, Castell en ook de eigen werkplaatsen Tilburg en Zwolle lieten fraai nieuwbouwwerk zien. Zelfs in België bij de Cie Belge werden nog 11 stuks gemaakt.
In 1930 was al bijna de helft van deze serie gesloopt.
In februari 1934 werd het laatste 2-assige C5-rijtuig buiten dienst gesteld. Hoewel halverwege de jaren dertig hele series twee- en drieassige rijtuigen werden afgevoerd, verdient deze laatste vertegenwoordiger van dit model toch wel even enige aandacht, daar dit type rijtuig toen over heel Europa voorkwam.
Ook bij de SS, HSM ,NCS, NBDS en NZOS was dit type in vele nuanceringen bekend. De Cvijfjes kwamen voor met en zonder zijruiten, met aan de buitenzijde plaatijzeren bekleding of houten betimmering, met of zonder remmerhuis op het dak.
De Staatsspoor introduceerde het type met zijruiten hier te lande in 1863, gevolgd door de HSM in datzelfde jaar voor haar breedspoorlijn Amsterdam -Rotterdam. Ongetwijfeld niet ten gerieve van de reizigers stapte de SS in 1973 bij dit type van de zijruiten af teneinde een steviger verband van de rijtuigen te krijgen, de HSM hield vast aan haar eerder gekozen model. In 1873 volgde de NBDS met dit type, in 1875 de NCS en in 1881 de NZOS. Tot 1889 heeft de SS ze gebouwd en ging daarna in 1891 ineens over op de drieassige C7 rijtuigen van de serie C400-497 (NS C2651, 4001-4097) in tegenstelling tot de HSM, die reeds sinds 1873 het vergrote type, de C6 rijtuigen in dienst gesteld.
De eerste uitvoering in 1863 was zonder Westinghouserem, stoomverwarming en bagagenetten, en met noodkettingen in plaats van noodkoppelingen. In totaal zijn voor de vijf genoemde maatschappijen 484 van deze rijtuigen gebouwd.
Eén exemplaar van de serie C 2126 bestaat nog steeds en is te bewonderen in het Spoorwegmuseum.
Enige hoofdafmetingen van deze C5 rijtuigen:
|
Aantal zitplaatsen zonder remhuis: 5 coupé's à 10 personen |
Aantal zitplaatsen met remhuis: 4 coupé's à 10 personen en 1 coupé à 8 personen |
Radstand: van 4.00 meter tot 5.30 meter, gewicht: 8 tot 12 ton |
Lengte over de buffers: van 8.30 meter tot 9.55 meter. |
Bijbehorende bagagewagens
NS D 2030-2105 (SS DII 9 ... 167) lengte 8,80m geleverd door MK MODELBOUWSTUDIO'S |
SS DII 9, 59-62, 72-79, 82-98, 101-110, 113-120, 122-130, 132, 134-138, 140, 143-145, 158-167.
Deze bagagerijtuigen werden tussen 1870 en 1878 gebouwd op onderstellen van buiten dienst gestelde wagens. De ombouw geschiedde deels in eigen beheer in de werkplaatsten Zwolle en Tilburg en deels door Beynes en Van der Made.
In de loop der tijden had men diverse van deze serie bagagewagens afgevoerd, maar de open gevallen nummers werden door de SS tussen 1911 en 1915 vrolijk weer opnieuw weer gebruikt voor nieuwere ombouw-bagagewagens (NS Dg 2115-2174). Al met al een zeer onoverzichtelijke nummerreeks. In de jaren 1923 t/m 1925, toen de SS, HSM, NCS en NBDS nummering van de personen- en postrijtuigen en bagagewagens werd vervangen door de NS-nummering heeft men getracht enige orde in de nummerchaos te scheppen.
In de NS-tijd werden deze bagagewagens nog uitsluitend als goederentreinbagagewagen (Dg) gebruikt. Een identiek rijtuig was ook in dienst bij de NBDS met nummer D95 (NS 2277). Vanwege een tekort aan Dg's in de dertiger jaren heeft deze serie het lang volgehouden, tot in de jaren vijftig waren nog exemplaren als terreinwagen op emplacementen aan te treffen.