Invoering lichtseinstelsel '46 en Blauwkapel.
Invoering lichtseinstelsel '46
De basis voor lichtseinstelsel '46 werd gelegd met de introductie van nieuwe lichtseinen, welke werden ingevoerd met Dienstorder 1137 van 12 april 1949.Dit was een wijzigingsblad behorende bij het seinreglement van 1934 (herdruk 1947).Met "oude" lichtseinen werd bedoeld de vooroorlogse proeflichtseinen uit 1923 en 1938.Het vernieuwde principe bij deze Dienstorder houdt in dat een hoofdsein tevens dienst gaat doen als voorsein voor een volgend hoofdsein. Door de lichtseinen hiervoor dichter bij elkaar te plaatsen, ongeveer op remwegafstand, kan de treinfrequentie vergroot worden en dus per uur meer treinen laten rijden op een baanvak.Het seinstelsel '38 van het baanvak Den Haag - Loolaan werd per 22 juli 1949 als eerste omgebouwd naar dit nieuwere stelsel.Als nieuwbouw startte men met de baanvakken Utrecht CS - Lunetten en Lunetten - Driebergen=Zeist per 24 oktober 1949 met bloklengten van ongeveer 1700m. Bij een snelheid van 120 km/h kon een treinopvolging verkregen worden van ongeveer 2 minuten, beduidend sneller dan bij de klassieke armseinen.Zeker daar men hier voor het eerst ook gebruik maakte van seinplaatsing binnen de remwegafstand en seinbeelden met geel flikkerlicht van 75 knipperingen per minuut kon de vergrote treincapaciteit nog beter benut worden.
Uitbreiding seinstelsel '46.
Met het ingaan van Dienstorder 1254 op 21 april 1950 werden ook tweehoogteseinen ingevoerd. In s'-Hertogenbosch werden alle armseinen vervangen door lichtseinen en men installeerde een nieuwe relaisbeveiliging. De tweehoogteseinen zijn te beschouwen als een dwergseinvariant van laaggeplaatste lichtseinen met drie lichten, waarbij het bovenste licht werd weggelaten.In Den Bosch had men twee hoge tweehoogteseinen en drie lage tweehoogteseinen geplaatst.
Hieronder is een layout van stelsel '46 in de beginjaren van Blauwkapel geplaatst. Het geeft de situatie weer omstreeks mei 1951.De ontwerpers voor de beveiliging van Blauwkapel hebben alle mogelijkheden van stelsel '46 in dit traject verwerkt, met andere woorden, hier ontstond het lichtseinstelsel zo'n beetje in zijn oervorm!De normale lichtsein opeenvolging is groen - geel - rood, maar doordat de seinen op dit traject binnen remwegafstand geplaatst waren hanteerde men hier de lichtsein opeenvolging van groen - geel - geelknipper75 - rood.
In de loop van de jaren '60 is de beveiliging een stuk versimpeld, bijvoorbeeld de combinatie groen-wit-groen was vervallen wegens onduidelijkheden in de opdracht, het sein geel knipper 75 keer per minuut en sein geel 180 keer per minuut zijn ook in de loop van de zestiger jaren geruisloos verdwenen.Bij de kruising Blauwkapel kwam geel 75 vrij veel voor, omdat de lichtseinafstand varieerde tussen de 400 m en 600 m.Normaal gaat men uit van een remwegafstand van 1000 m. De afstand tussen sein 24 en sein 20 aan de andere kant van de kruising bedroeg maar slechts 315 m!Met de invoering van de NX beveiliging in 1961 verdween seinstelsel '46 tussen Lunetten en Utrecht en werden de sporen voorzien van lichtseinen stelsel '54.